‘Zonder evaluatie komt er geen uitbreiding van euthanasiewet’
De Standaard* – 26 Dec. 2017
Pagina 6

BRUSSEL ‘Wij zijn niet de partij van het lijden’, zegt Kamerlid Els Van Hoof (CD&V) bij wijze van introductie. ‘Wij ondersteunen een waardig levenseinde en zijn ook pro euthanasie. Maar het moet zorgvuldig gebeuren en correct geëvalueerd worden. En dat is nu niet altijd het geval.’
Van Hoof diende in het parlement zopas een resolutie in waarin ze haar collega’s oproept om de euthanasiewet te evalueren. ‘In Nederland doen ze dit om de vijf jaar en ze brengen er ook omstandig verslag over uit. Waarna het parlement erover kan debatteren. De Nederlanders hebben dit als regel in hun euthanasiewet opgenomen. Bij ons is dat niet het geval. Mijn partij wil dit graag anders zien.’

Eén doorverwijzing sinds 2002
De resolutie was al voor de zomer klaar, maar is nu pas ingediend. Het toeval wil dat er net nu een (plaatsvervangend) lid uit onvrede met de gang van zaken uit de federale commissie voor evaluatie van euthanasie (FCEE) is gestapt (zie bladzijde 1). De 16 leden en de 16 plaatsvervangende leden van deze evaluatiecommissie buigen zich over alle meldingen van euthanasie in ons land, zo’n 2.000 per jaar. In het geval van twijfel vraagt de commissie de uitvoerende arts om meer uitleg. Sinds 2002 is nog maar één euthanasie doorverwezen naar het parket voor verder onderzoek. De evaluatiecommissie brengt tweejaarlijks verslag uit. Ze is zelf nog nooit aan een evaluatie of doorlichting onderworpen.

‘Dat verbaast me’, zegt Van Hoof. ‘Waarom nemen de universiteiten hier niet het voortouw? Ze zouden dit steekproefgewijs kunnen doen. Een objectief wetenschappelijke beoordeling zou tot meer transparantie leiden. Ook het raadgevend comité voor bio-ethiek vraagt daarnaar. En het is leerrijk als artsen kunnen lezen wat andere artsen in bepaalde omstandigheden beslissen. Waarom alles toedekken, zoals nu bij ons gebeurt?’ Van Hoof ziet nog meer heil in de Nederlandse aanpak: ‘Daar hebben ze de evaluaties toevertrouwd aan vijf regionale toetsingscommissies, die in geval van twijfel een euthanasiedossier nog eens aan de andere vier commissies kunnen voorleggen.’

Geen kwestie meer van voor of tegen
‘Ook in ons land bestaan provinciale geneeskundige commissies, die de naleving van bepaalde wetten controleren, bijvoorbeeld de wet op het voorschrijven van verslavende middelen bij toxicomanie. Die artsencommissies verwijzen af en toe door naar de parketten. Zo zou je ook de evaluatie van euthanasie kunnen depolitiseren. De lat voor doorverwijziging van euthanasie ligt bij ons nu wel erg hoog. Wat ons betreft zou dit zeker al met de helft van de stemmen moeten kunnen.’

Van Hoof beklemtoont dat ze de euthanasiewet of de praktijk niet wil terugdraaien. ‘We willen weg uit de polarisatie en het politieke opbod. We streven naar een consensus binnen de meerderheidspartijen. Het is al lang geen kwestie meer van voor of tegen. Er is een groot draagvlak voor euthanasie bij de bevolking. CD&V gaat daar niet tegenin.’ ‘Maar wij willen niet over een uitbreiding van de euthanasiewet spreken voor de wet geëvalueerd is. We moeten nu eerst nagaan hoe
we de wet en de praktijk kunnen verbeteren.’

‘Want de mensen leven langer en worden ouder. Ze lijden misschien aan ouderdomskwalen, of zijn levensmoe. Wat is het onderscheid tussen die twee? Iedere arts maakt dat nu voor zichzelf uit. Ik vind dat artsenverenigingen daar weleens duidelijkere richtlijnen over zouden mogen opstellen, zoals de Vlaamse vereniging van psychiaters voor hun patiënten onlangs heeft gedaan’, meent Van Hoof. ‘Het is niet aan politici om de grens te trekken, maar we mogen wel meer duidelijkheid vragen van de beroepsgroep zelf.’

Veerle Beel
Copyright © 2017 Corelio. Alle rechten voorbehouden