Vandaag brengt De Standaard een getuigenis over de Federale Commissie ter Evaluatie van Euthanasie (FCEE) die weinig aan de verbeelding overlaat. CD&V-Kamerlid Els Van Hoof is aangedaan maar ook niet verbaasd over deze berichtgeving. Ze betreurt ook het feit dat ze in het verleden waarschuwde voor een aantal mogelijke problemen, maar steeds op een ‘njet’ botste wanneer ze als Volksvertegenwoordiger vroeg om een evaluatie van de wet. Het draagvlak voor een evaluatie is gelukkig het laatste jaar zowel politiek, medisch als maatschappelijk aan het vergroten. “In de vijftien jaar dat de euthanasiewet bestaat, ging men nooit over tot een grondige evaluatie. Nochtans zorgt de wet voor heel wat onduidelijkheid. We moeten ook vaststellen dat de veiligheidskleppen (zorgvuldigheidscriteria in de wet) niet naar behoren werken om voor een patiënt een waardig levenseinde te garanderen. Dit is het moment om in actie te schieten.”, vindt Van Hoof. Haar resolutie roept op om nu eindelijk een wetenschappelijke evaluatie te organiseren en te werken naar een consensus binnen de meerderheid.

 Van Hoof is stellig: “Een waardig levenseinde, dat raakt het meest existentiële van ons bestaan. Daarom willen we het risico dat men een onzorgvuldige beslissing neemt, tot een absoluut minimum beperken. CD&V erkent het brede maatschappelijk en politiek draagvlak van de euthanasiewet, maar vraagt een grondige evaluatie van de euthanasiewet omdat we van oordeel zijn dat de wet en de werking van de daarbij horende commissie op een aantal vlakken verbeterd kan worden.”. Het CD&V-parlementslid is niet aan haar proefstuk toe. Van Hoof volgt sinds 2012 intensief de debatten van euthanasie. Geregeld wees ze naar de serieuze hiaten die de wet vertoont met betrekking tot de veiligheidskleppen, zoals een controle door de FCEE nadat de euthanasie is toegepast, die misbruik moeten tegengaan. Maar tot dusver vond ze geen meerderheid bereid om over te gaan tot een grondige, wetenschappelijke evaluatie van de wet. “De berichtgeving van vandaag opent hopelijk opnieuw de nodige ogen. Allereerst moet er in de sector zelf en op academisch niveau het onderzoek  gevoerd worden. Nadien, en dus liefst met inbegrip van de evaluatie ten gronde, kan de wetgever daar waar nodig de euthanasiewet verbeteren.”, aldus Van Hoof. Om haar vraag kracht bij te zetten, diende ze een resolutie in die de evaluatie vraagt van de euthanasiewet. De resolutie werd afgelopen donderdag in overweging genomen in de plenaire vergadering. “Het is immers belangrijk om zicht te krijgen op de manier waarop de Euthanasiewet in de praktijk wordt toegepast.”, zegt CD&V-Kamerlid Van Hoof. “Zo kunnen we nagaan waar de knelpunten zich situeren en hoe we de Euthanasiewet kunnen verbeterenDe doelstelling is om via de evaluatie helderheid te verschaffen, niet alleen aan artsen die geconfronteerd worden met problemen bij de interpretatie van de euthanasiewet, maar ook aan patiënten die de garantie moeten krijgen dat hun verzoek met de nodige zorg en zorgvuldigheid wordt omkaderd.”, aldus de Leuvense politica.

“Ik hoop dan ook spoedig de coalitiepartners te overtuigen voor deze resolutie zodat  er snel een interuniversitair en multidisciplinair onderzoeksteam kan worden aangesteldDurven we de hiaten die deze wet heeft nu eindelijk weg te werken en de wet te verbeteren? De patiënt, familie en het medisch personeel kunnen er alleen maar wel bij varen.”, besluit Van Hoof.

 Els Van Hoof (0474/52.68.18)

Pijnpunten in de controle (uit een opinie van 2015, cf. infra)

De huidige euthanasiewet voorziet twee soorten controles: een controle van de wettelijke voorwaarden (zorgvuldigheidscriteria) door artsen vóór dat euthanasie bij de patiënt wordt toegepast en een controle door de federale controle- en evaluatiecommissie (FCEE) nadat euthanasie is toegepast. Beide controlemechanismen zijn volledig ontoereikend. Er gebeurt geen ernstige controle door de federale controle- en evaluatiecommissie. Door haar samenstelling en stemprocedure wordt dit onmogelijk gemaakt. Veel artsen, advocaten en academici passen ook voor lidmaatschap omdat artsen die deel uitmaken van de commissie zowel rechter als partij zijn. Kritische bemerkingen over de niet-naleving van de wet in bepaalde dossiers haalden slechts één keer een tweederdemeerderheid om naar het parket te worden doorverwezen. Opnieuw dringt een bijsturing van de wet zich op, teneinde een effectieve en grondige controle te verzekeren.

Wij kunnen niet aanvaarden dat de wettelijke voorwaarden om  euthanasie toe te passen, onduidelijk of niet gedefinieerd zijn. Ik kan ook niet aanvaarden dat de controlemechanismen die ingebouwd zijn om misbruiken van de wet tegen te gaan, in de praktijk compleet ontoereikend zijn. Net omdat het over het levenseinde gaat van een patiënt en euthanasie een onomkeerbaar proces is, moet de drempel voor de toepassing van euthanasie hoog liggen. Het feit dat een arts uit de controle en -evaluatiecommissie stapt omwille van de straffeloosheid is voor mij het zoveelste signaal dat de bestaande euthanasiewet een grondige evaluatie verdient. Dit signaal niet oppikken, zou getuigen van ideologische struisvogelpolitiek.

Bron:
http://www.knack.be/nieuws/belgie/hoe-lang-nog-voor-we-de-euthanasiewet-evalueren/article-opinion-634221.html