Vaderschap en borstvoeding als grond voor discriminatie

De Standaard*,
Ma. 12 Nov. 2018, Pagina 8

Er zijn bijkomende maatregelen nodig om de kloof tussen mannen en vrouwen te dichten, zegt Els Van Hoof (CD&V).

Van onze redactrice Veerle Beel

BRUSSELDe raad van bestuur vande Nationale Bank die alleen uit mannen bestaat, de loonkloof tussen mannelijke en vrouwelijke bedienden die opvallend groot blijft: gendergelijkheid is nog veraf, in dit land. Daarom is er nood aan bijkomende maatregelen, zegt ElsVan Hoof (CD&V), rapporteur van het Adviescomité voor maatschappelijke emancipatie dat zich vorig jaar boog over de kwestie vangender en tewerkstelling. Van april tot januari werden dertig experten gehoord, en bijna evenveel aanbevelingen geformuleerd. In september werden die met een ruime meerderheid van stemmen – 7 tegen 2 – goedgekeurd. Op 22 november worden ze besproken in het federale parlement. ‘We hebben naar een zo groot mogelijke consensus gestreefd’, zegt Van Hoof. ‘Alleen Ecolo en de PS stemden tegen, voor hen ging het niet ver genoeg.’

De consensus houdt in dat bepaalde maatregelen voorzichtig verwoord zijn. Zo moet er onderzocht worden of vaderschap, borstvoeding geven en medisch geassisteerde voortplanting aanvaard kunnen worden als grond voor discriminatie.

‘Vier op de tien klachten bij het Instituut voor de Gelijkheid van Mannen en Vrouwen draaien rond discriminatie vanwege zwangerschap of moederschap’, zegt Van Hoof. ‘Dat is veel. Een kind krijgen werkt discriminerend en daardoor rolbestendigend. Maar ook mannen kunnen gediscrimineerd worden, bijvoorbeeld

wanneer ze ouderschapsverlof willen opnemen. Vandaag kunnen zij daarvoor niet eens een klacht indienen bij het Instituut. Dat moet anders.’

Deeltijds werken

Aan een verplicht op te nemen vaderschapsverlof waagt de adviescommissie zich niet. Van Hoofdiende daar zelf eerder een voorstel toe in, maar andere partijen staan huiverig tegenover een inmenging in de privésfeer. Niet verplichten, wel sensibiliseren via campagnes dus, zegt de adviescommissie – dat is geleden van de Nieuwe Man-campagne onder de paarse regering.

Vrouwen zouden meer kansen moeten krijgen om voltijds te werken: werknemers moeten aangespoord worden om meer voltijdse banen aan te bieden. Van Hoof: ‘Van al wie deeltijds werkt, is 80 procent vrouw. Een op de vijf vrouwen doet dat onvrijwillig. 44 procent van de werkende vrouwen werkt deeltijds, bij vrouwen die drie kinderen hebben is dat zelfs 54 procent. Met elk bijkomend kind groeit de loonkloof met 7 procent. Vrouwen moeten beter geïnformeerd worden over de impact van dergelijke keuzes op hun loopbaan en pensioen.’

De loonkloof hangt samen met de tewerkstellingskloof, maar er spelen ook andere elementen mee: ’53 procent van de mannelijke kaderleden heeft een bedrijfswagen, tegenover 38 procent van de vrouwen. In het middenkader is dat respectievelijk 39 en 15 procent. Er moet meer transparantie komen over extralegale voordelen. Bedrijven moeten daarover communiceren in hun ondernemingsraad. In een op de drie bedrijven gebeurt dit niet correct, volgens de vakbonden. Wij vragen dat de loonkloofwet uit 2012, en de rol vande bemiddelaar die de bedrijven kunnen aanstellen, geevalueerd wordt.’

Ook directiecomités

Ook de Quotawet, die het glazen plafond in overheidsbedrijven en Bel-20-bedrijven wilde doorbreken, verdient bijsturing. Van Hoof: ‘Wij vragen dat de evaluatie die voorzien is voor 2023 met drie jaar vervroegd wordt. We zien dat de bedrijven die verplicht waren om minstens een derde vrouwen in hun raad van

bestuur op te nemen daar eerst fel tegen waren, maar de regel nu volgen en er bovendien zeer tevreden over zijn.’

De adviescommissie wil ook de uitvoerende organen op de hoogste niveaus – de directiecomités – tot meer gendergelijkheid dwingen. ‘Privébedrijven kunnen we geen quota opleggen, maar we zouden dat wel kunnen doen bij de autonome overheidsbedrijven, zoals Bpost, Proximus en de NMBS, waar nog geen 10 procent vrouwelijke directieleden zijn.’

Veerle Beel ■