De Kamer keurde vandaag het wetsvoorstel van CD&V-Kamerlid Els Van Hoof goed over het systeem dat burgers en instanties waarschuwt over gevaarlijke drugs via het Belgian Early Warning System on Drugs (BEWSD). Nieuwe psychoactieve drugs zijn varianten op “klassieke” drugs. Ze beogen hetzelfde effect, maar zijn gevaarlijker omdat de dosering vaak wijzigt. “Dit kan levensbedreigend zijn doordat de toxische drempel vaak wijzigt of niet gekend is.”, waarschuwt CD&V-Kamerlid Els Van Hoof. Het goedgekeurde wetsvoorstel voorziet in de oprichting van een drugsincidentennetwerk. Dergelijk netwerk verzamelt informatie, richt peilstations (spoeddiensten en EHBO-posten) op en zorgt voor een vlot transport van alle soorten drugs. “Op die manier verhoogt de deskundigheid van hulpverleners en preventiewerkers op het terrein. Men zal ook sneller kunnen schakelen wanneer een nieuwe drug zijn intrede doet.”, aldus Van Hoof.

Het wetsvoorstel van Van Hoof maakt van het BEWSD een drugsincidentennetwerk zodat het nog beter gewapend is in de strijd tegen nieuwe psychoactieve stoffen (NPS). “Vandaag gaat er immers veel kostbare tijd en informatie verloren omdat veel data het BEWSD te laat of helemaal niet bereikt. Daarom zorgt dit voorstel voor de oprichting van een netwerk met 10 à 15 peilstations en stalentransporteurs, waardoor het BEWSD kan uitgroeien tot een volwaardig lerend drugsincidentennetwerk dat nieuwe evoluties op de voet volgt en waarschuwingen de wereld instuurt wanneer dat nodig is.”, legt Van Hoof uit. Ze gaat vastberaden verder: “We kunnen zo veel leed besparen en zelfs mensenlevens redden.”.

Nieuwe psychoactieve stoffen (NPS), zoals bijvoorbeeld ketamine, GHB, 4-FA en 2-CB, bereiken sinds enkele jaren Europa en maken er almaar meer dodelijke slachtoffers, ook in België. Nieuwe psychoactieve drugs zijn varianten op ‘klassieke’ drugs. Ze beogen hetzelfde effect, maar zijn gevaarlijker omdat de dosering vaak wijzigt. Sinds 26 september 2017 zijn NPS eenduidig verboden. “Verbieden is belangrijk, maar een verbod alleen is niet voldoende om de schade van NPS op gebruikers te beperken,” waarschuwt CD&V-Kamerlid Els Van Hoof. Doordat hun samenstelling vaak wijzigt, zijn NPS onvoorspelbaar en daarom net levensgevaarlijk. “Een volwaardig Belgisch drugsincidentennetwerk dat informatie verzamelt over het gebruik van designer drugs in België, hun samenstelling en de impact op de gezondheid van gebruikers en de pathologische reacties, is dan ook een cruciale partner in de strijd tegen deze levensgevaarlijke drugs.”, zegt Van Hoof. Dankzij het goedgekeurde wetsvoorstel van Van Hoof wordt de bestaande informatiestroom van en naar het Belgian Early Warning System on Drugs (BEWSD) uitgebreid en wordt er een volwaardig lerend drugsincidentennetwerk opgericht.

Het BEWSD is het Belgisch Focal Point in het Europees Netwerk dat al de informatie over drugs en druggebruik in België verzamelt. “Op basis van de huidige wetgeving kan BEWSD niet kort genoeg op de bal spelen. Er worden te weinig en vaak ook te laat analyses van drugsstalen ontvangen,” legt Van Hoof uit. “Hulpverleners op spoeddiensten of op EHBO-posten op festivals kunnen momenteel niet veel doen met drugs die ze van patiënten in ontvangst nemen. Soms geven ze deze aan de politie, maar evengoed belandt de drugs vaak in de afvalcontainer. Hierdoor gaat kostbare informatie, in het bijzonder in het geval van nieuwe psychoactieve stoffen, verloren,” vertelt de CD&V-politica. Dankzij Van Hoofs goedgekeurd voorstel wordt er een sterke informatieketen opgericht – een drugsincidentennetwerk – met peilstations en eigen stalentransporteurs. Dankzij het wetsvoorstel kunnen er 10 à 15 peilstations aangeduid worden, zoals bijvoorbeeld een spoeddienst of een EHBO-post op een muziekfestival, die systematisch rapporteren over alle druggerelateerde incidenten (type, pathologische reacties … ) die zij vaststellen.

Tevens wordt er gezorgd voor een vlot transport naar onderzoekslabo’s van alle stalen of inbeslaggenomen drugs via de aanstelling van gerechtigde transporteurs.Via zo een netwerk krijgen we een goed beeld van wat er zich op de markt bevindt en welke schade het veroorzaakt. Doordat er meer informatie beschikbaar zal zijn over eventuele contaminaties en de risico’s daarvan, zal men ook beter zijn in het herkennen en behandelen van drugsincidenten.”, zegt Van hoof. Ze gaat verder: “ Op die manier verhogen we ook de deskundigheid van hulpverleners en preventiewerkers op het terrein. Vanzelfsprekend zal ook het beleid efficiënter op bepaalde evoluties kunnen reageren, zoals het waarschuwen van de bevolking bij de plotse toename van een extreem gevaarlijke stof,” aldus Van Hoof. Het Kamerlid besluit: “Het uiteindelijk doel is om zoveel mogelijk informatie zo efficiënt mogelijk te verspreiden binnen het bestaande Belgian Early Warning System Drugs. Er zullen heel wat mensenlevens gered kunnen worden.”

Concrete wijzigingen door wetsvoorstel drugsincidentennetwerk

  1. Elk laboratorium dat deel uitmaakt van het Early Warning System en verdovende middelen en/of psychotrope stoffen bezit in het kader van scheikundige analyses, is verplicht om wekelijks de resultaten van deze analyses die positief waren voor stoffen of nieuwe drugs door te geven aan het Belgian Early Warning System on Drugs. Zelfs wanneer de analyse kadert in een medische behandeling, en zelfs wanneer de analyse kadert in een gerechtelijk onderzoek of een opsporingsonderzoek;
  2. Deze rapportering gebeurt voortaan elektronisch (en niet meer via fax);
  3. De gegevens die meegedeeld moeten worden door het betrokken laboratorium zijn anoniem en/of gecodeerd en omvatten:
  1. de plaats waar de drug is aangetroffen of de plaats waar de intoxicatie zich voordeed;
  2. het moment van het voorval;
  3. de aard van het biologisch staal of van het drugstaal (afmeting, kleur, gewicht, logo);
  4. de samenstelling van het aangetroffen product (stoffen of nieuwe drugs, concentratie, versnijdingsproducten of in het geval van klinische humane stalen concentratie van de geanalyseerde stoffen of nieuwe drugs, van de aanwezigheid en concentratie van eventueel aanwezige geneesmiddelen en/of hun metabolieten en aanwezigheid en concentratie van de eventueel aanwezige alcohol);
  5. de leeftijd van de patiënt;
  6. het geslacht van de patiënt;
  7. gebruikte analysetechniek door het laboratorium;
  8. datum van ontvangst van het biologisch staal of drugstaal;
  9. datum van de analyse van het biologisch staal of drugstaal.