Vandaag werd in de Kamer het wetsvoorstel van CD&V-Kamerlid Els Van Hoof unaniem goedgekeurd om naar analogie met moederschap voortaan ook vaderschap, borstvoeding en IVF te beschermen tegen discriminatie. “Er zijn nog verschillende hiaten in de Genderdiscriminatiewet. Met dit wetsvoorstel kan de bescherming van gelijke kansen tussen mannen en vrouwen effectief worden afgedwongen” aldus Els Van Hoof.
Het CD&V-wetsvoorstel zorgt ervoor dat ‘vaderschap’ wordt opgenomen als een beschermd criterium in de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen (oftewel de Genderdiscriminatiewet). Dit naar analogie met ‘moederschap’ dat al als specifiek criterium wordt beschermd in de wet. “Zo is het voor iedereen duidelijk dat seksisme ten aanzien van mannen op basis van hun rol als vader net zo min thuis hoort in onze samenleving, als het seksisme ten aanzien van vrouwen en hun rol als moeder,” vindt CD&V-parlementslid Els Van Hoof. “Vandaag de dag hebben vaders echter nog onvoldoende rechtsmiddelen om discriminatie bv. voor het opnemen van vaderschapsverlof, aan te vechten. Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM), is nog steeds niet bevoegd om vorderingen in te stellen als vaders gediscrimineerd worden,” klinkt het bij de CD&V-Volksvertegenwoordiger.
Daarnaast legde Van Hoof bijkomende amendementen neer, die ervoor zorgen dat ook borstvoeding en medische begeleide voortplanting beschermde criteria worden. Van Hoof: “Zowel voor het geven van borstvoeding als het volgen van een ivf-behandeling, is er vandaag onvoldoende bescherming.” Zo ondervinden vrouwen nog vaak discriminatie omdat ze borstvoeding geven. Uit onderzoek van het IGVM blijkt dat bij 20% van de ondervraagde vrouwen de werkgever geen borstvoedingspauzes toestaat. Dit terwijl werkgevers de borstvoedingspauzes wettelijk gezien moeten toestaan (cao nr.80, IAO-verdrag nr.183).
Ook vrouwen die medisch begeleide voortplanting of ivf ondergaan ervaren discriminatie. Werkgevers ervaren afwezigheden voor in-vitrofertilisatiebehandelingen vaak als onrechtmatig. Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen noteerde verschillende getuigenissen van vrouwen die negatief geëvalueerd of zelfs ontslagen werden.
“Deze vrouwen vallen soms buiten de bescherming van de Genderdiscriminatiewet, aangezien ze nog niet zwanger zijn. Nochtans hebben ook deze vrouwen recht op bescherming om hun kinderwens waar te maken,” aldus Van Hoof. Door zowel ‘borstvoeding’ als ‘medisch begeleide voortplanting’ in te schrijven in de Genderdiscriminatiewet als beschermd criterium, creëert men juridische afdwingbaarheid, rechtstreekse bescherming en meer zichtbaarheid voor de rechten van vrouwen die borstvoeding geven of een ivf-behandeling volgen. “Deze duidelijkheid en juridische bescherming zal voor veel vaders, moeders en wensouders een krachtig signaal zijn dat wij als samenleving de bescherming van hun rechten net zo belangrijk vinden,” besluit het CD&V-Kamerlid.
Meer info: Els Van Hoof, 0474526818