De plenaire vergadering van de Kamer heeft een resolutie van CD&V aangenomen die oproept om de drempels voor de terugbetaling van geestelijke gezondheidszorg weg te werken. De resolutie werd breed gedragen. De tekst werd mee ondertekend door sp.a, Ecolo-Groen, N-VA, PS en cdH en bijna unaniem goedgekeurd, met enkel de onthouding van Open VLD.
Kamerlid Els Van Hoof (CD&V): “Geestelijke gezondheidszorg is één van de grote uitdagingen van de toekomst. Maar liefst 1 op de 3 Belgen kampt met psychologische problemen. CD&V wil dat zij vlot betaalbare hulp kunnen krijgen. Het terugbetalingssysteem is nu echter bijzonder complex en weinig transparant. Met deze resolutie zetten we een belangrijke stap naar een toegankelijker terugbetalingssysteem dat gedragen is door de sector. We zetten hiermee ook een belangrijke stap richting een paradigmashift voor meer herstelgerichte zorg.”
Het systeem van gedeeltelijke terugbetaling van psychologische zorg is in werking sinds april 2019. Een patiënt kan via een voorschrift van huisarts of psychiater een reeks van maximaal 8 sessies per jaar volgen bij een ‘gecontracteerde’ klinisch psycholoog of orthopedagoog. Dankzij een recente uitbreiding van de regering, genieten nu ook jongeren en 65-plussers van dit voordeel.
Toch is er volgens CD&V dringend nood aan verbetering. Van Hoof: “Het hele systeem is bijzonder complex en weinig transparant. Huisartsen weten vaak niet welke klinische psychologen of orthopedagogen in hun regio gecontracteerd zijn. Ook zijn er weinig klinisch psychologen in het systeem gestapt. Veel klinisch psychologen waren immers niet bereid om te werken tegen het lage vastgelegde tarief van 45 EUR voor 45 minuten.”
“De cijfers spreken voor zich: vorig jaar werd slechts 200.000 euro van de voorziene 22,5 miljoen uitgegeven. Slechts een 500-tal van de 15.000 erkende psychologen werd gecontracteerd. Het systeem is duidelijk veel te complex voor zowel de patiënten als de psychologen. De drempels moeten eruit,” aldus de Leuvense politica.
CD&V wil daarom naar een volledige hervorming van het terugbetalingssysteem. Van Hoof: “We moeten naar een systeem op twee niveaus. Een eerste algemeen niveau dat matige psychologische problemen opvangt en vlot toegankelijk is, zonder bepaalde toelatingsvoorwaarden. En een tweede niveau dat gespecialiseerde zorg aanbiedt wanneer het eerste niveau niet volstaat. Maar vooral, we moeten naar een systeem voor geestelijke gezondheidszorg gericht op herstel. In een herstelmodel zien we een ziek persoon als een kwetsbaar iemand die met begeleiding een strijd zal moeten leveren om controle te krijgen en te leren functioneren op een manier die realistisch maar vooral ook hoopvol is. Niet genezing maar kwaliteit van leven is het doel van het herstelmodel.” De resolutie pleit dat ook sterk voor de verdere de-institutionalisering van de geestelijke gezondheidszorg en vraagt meer ambulante gemeenschapsgerichte zorg. Geestelijke gezondheidszorg moet immers heel laagdrempelig en heel nabij zijn. “We hebben geestelijke gezondheidszorg nodig die tot bij u in uw kot komt,” vindt Van Hoof.
Verder is het voor CD&V essentieel dat de psychologen en orthopedagogen als volwaardige partner betrokken worden bij het uitwerken van het terugbetalingssysteem. “Het is toch onvoorstelbaar dat de klinische psychologen en orthopedagogen vandaag niet betrokken worden binnen het overlegmodel van het RIZIV?” aldus Van Hoof. Ze pleit daarom voor de oprichting van de Psycho-Mut, een overeenkomstencommissie binnen het RIZIV, waar de klinische psychologen en orthopedagogen samen met de ziekenfondsen afspraken kunnen maken over onder andere marktconforme honoraria, praktijkpremies en tariefakkoorden.
Van Hoof: “De OESO raamt de directe economische kost van het hoge aantal Belgen met psychische problemen op 20,7 miljard EUR. Het is dan ook hoog tijd dat België volop investeert in de geestelijke gezondheidszorg. De zorg moet laagdrempelig, toegankelijk, kwalitatief, nabij en betaalbaar zijn. De federale regering moet werk maken van een groeipad waarbij men het budget van vandaag, namelijk 6 % van het federale gezondheidsbudget, tegen 2030 optrekt tot 10% van de uitgaven in de gezondheidszorg. Ook moeten de hardnekkige drempels die vandaag nog steeds bestaan voor zowel patiënten als klinische psychologen en klinische orthopedagogen uit het systeem.”
Bijlage 1: procedure regeling terugbetaling
De eerste sessie kan 60 minuten duren tegen een tarief van 60 EUR. De daaropvolgende sessies duren 45 minuten tegen een tarief van 45 EUR. De patiënt betaalt in dit systeem maximaal 11 EUR per sessies aan remgeld.
De klinische psychologen of orthopedagogen bij wie een patiënt terecht kan voor zo een gedeeltelijk terugbetaalde consultatie, moeten ‘gecontracteerd’ zijn in een bepaald gebied en ten aanzien van een 107-netwerk. Een psychiatrisch ziekenhuis van het 107-netwerk staat in voor de facturatie van de terugbetaalde sessies aan de ziekenfondsen en van de uitbetaling van de klinische psychologen en orthopedagogen.
Bijlagen 2: verzoeken aan de regering
- in te zetten op een meer gelijkwaardige benadering van de geestelijke gezondheidszorg ten aanzien van de somatische gezondheidszorg;
- van toegankelijke, kwalitatieve, nabije en betaalbare geestelijke gezondheidszorg een absolute prioriteit te maken, met in het bijzonder de zorg voor kinderen en jongeren met mentale moeilijkheden;
- de begeleidingscapaciteit in de geestelijke gezondheidszorg uit te bouwen tot op een punt waarbij ze in staat is om te garanderen dat een afspraak met een geestelijke gezondheidszorgbeoefenaar mogelijk is en er meer mobiele teams kunnen worden ingezet;
- een groeipad uit te tekenen om tegen 2030 10% van het federale gezondheidszorgbudget te investeren in de geestelijke gezondheidszorg, met bijzondere aandacht voor investeringen in het wetenschappelijk onderzoek naar de geestelijke gezondheidszorg en de toepassing ervan in de praktijk;
- een kwaliteitskader uit te werken dat de innovaties moet monitoren die sinds 2010 werden ingezet, met name het realiseren van meer geïntegreerde zorg door sterker in te zetten op netwerken, het de-institutionaliseren van de zorg door het aantal bedden in psychiatrische ziekenhuisafdelingen af te bouwen en mobiele teams op te zetten; het is daarbij belangrijk om die innovaties te monitoren met speciale aandacht voor de behandelingskloof en toegankelijkheid, de belasting voor de familie en de gemeenschap en voor de evolutie naar praktijken die meer gericht zijn op herstel;
- over te gaan tot de uitvoering van de wet op de Geestelijke Gezondheidszorgberoepen inclusief de erkenning van de ondersteunende GGZ-beroepen, onder andere, de psychologisch consulent en het uitwerken van een financiering voor de professionele stage van klinisch psychologen en orthopedagogen;
- met het oog op de zorg voor de zorgverstrekkers, samen met de ziekenhuizen en de vertegenwoordigers van de gezondheidszorgverstrekkers, een interventie te ontwikkelen en te financieren voor de gemeenschap van de zorgverstrekkers om hun mentale gezondheid te versterken en/of te herstellen. Om tegemoet te kunnen komen aan de noden van die gemeenschap dient een dergelijke interventie op zijn minst volgende elementen te bevatten: preventie, het betrekken van de naaste omgeving (collega’s, teams, familie, …), een gevalideerde screening, een klinische triage die zorgverleners kan toewijzen naar hetzij laag-intensieve opvolging, hetzij klinische interventie;
- in de geestelijke gezondheidszorg mits toestemming van de patiënt ten volle de mantelzorgers betrekken bij de behandeling en methodieken te ontwikkelen om bij de behandeling de ervaringsdeskundigheid van de patiënt en zijn mantelzorgers als een meerwaarde te erkennen;
- binnen het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering te voorzien in de oprichting van de Psycho-Mut, een overeenkomstencommissie tussen de klinische psychologen en orthopedagogen enerzijds en de verzekeringsinstellingen anderzijds. Deze PsychoMut moet bevoegd zijn voor:
- het uitwerken van een financiering voor de zorg verstrekt door klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen;
- het bepalen van marktconforme honoraria;
- het vastleggen van praktijkpremies en andere vergoedingen voor klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen die bijdragen tot kwaliteitsvolle, veilige, op wetenschappelijke evidentie gebaseerde psychologische zorg;
- het sluiten van tariefakkoorden;
- het uitwerken van een volwaardig systeem van gedeeltelijk terugbetaalde psychologische zorg. Dat systeem moet voldoende laagdrempelig zijn en mag geen toelatingsvoorwaarden omvatten met betrekking tot de leeftijd of de ernst van de diagnose betreffende de patiënt en moet inzetten op een samenwerking tussen klinisch psychologen en huisartsen, zonder dat men hierbij voor vaak voorkomende en matige psychologische problemen aangewezen is op een verplichte verwijzing. Het moet gebaseerd zijn op de KCE-rapporten, waaronder de recentste, en moet worden uitgewerkt op basis van overleg met alle betrokken spelers;
- een adviescommissie op te richten binnen het RIZIV die advies geeft aan de betrokken organen rond alle aangelegenheden die de geestelijke gezondheidszorg aanbelangen. Deze adviescommissie is multidisciplinair samengesteld en bestaat op zijn minst uit vertegenwoordigers van de klinische psychologen en orthopedagogen, huisartsen, artsen-psychiaters, ziekenhuisvoorzieningen, en andere disciplines actief in de geestelijke gezondheidszorg enerzijds en verzekeringsinstellingen, vertegenwoordigers van ervaringsdeskundigen en hun mantelzorgers anderzijds;
- de methode om geestelijke-gezondheidszorggegevens te verzamelen en te registreren, bij te sturen wat de prevalentie, de aard en de ernst van de problemen betreft, alsook wat het aanbod en de aanwending van de geestelijke gezondheidszorg betreft en tegelijkertijd te voorzien in een wettelijk raamwerk voor de opname van de gegevens in een specifiek register voor alle Belgische beleidsniveaus;
- verder blijven in te zetten op nieuwe vormen van zorgverlening in de geestelijke gezondheidszorg zoals online consultaties door een specifiek raamwerk te bepalen, om zeker te zijn van de zorgkwaliteit en van de bescherming van de patiënten;
- bij alle Gemeenschappen aan te dringen:
- te voorzien in bijkomende budgetten voor de tenlasteneming van de geestelijke gezondheidszorg;
- een grondige afstemming van de verschillende bevoegdheden inzake geestelijke gezondheidszorg teneinde de continuïteit van de zorg te garanderen;
- sterk in te zetten op het doorbreken van het stigma waaronder de geestelijke gezondheidszorg lijdt;
- sterk in te zetten op telefonische hulplijnen en online-platformen waar patiënten via telefoon, mail of chat met problemen terecht kunnen en waar online zelfhulpprogramma’s worden aangeboden;
- methodieken te ontwikkelen om de gezondheidswijsheid van hun bevolking inzake geestelijke gezondheidszorg te verbeteren en deze te implementeren;
- werk te maken van een transversale benadering met de actoren van de sociale sector, van het onderwijs en van de arbeidsmarkt, in overleg met de Gemeenschappen en de Gewesten;
- in te zetten op een verdere uitbouw van de consultatie-liaisonpsychiatrie (CLP) om via een multidisciplinaire en integrale zorgvisie patiënten met psychiatrische en somatische comorbiditeit te kunnen behandelen en opvolgen in de ziekenhuizen;
- aan het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) de opdracht te geven om het gebruik van zowel terugbetaalde als niet-terugbetaalde psychotrope medicatie in België in kaart te brengen en te evalueren, en een actieplan op te stellen om de overconsumptie van die psychotrope medicatie tegen te gaan, gebaseerd op evidence-based medicine, in samenwerking met het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (BCFI).