Ik zette mijn schouders onder een bijzondere commissie koloniaal verleden, een moeilijke, maar zeer belangrijke taak.
De hele wereld kijkt toe op deze commissie. Het is uniek dat een land een bijzondere commissie opricht in het parlement over de koloniale periode en de gevolgen hiervan. Zowel de rol van statelijke als niet-statelijke actoren in de kolonisatie zullen aan bod komen. Consensus vinden over historische feiten zal evidenter zijn dan te weten hoe we hier verder mee omgaan. Dit vraagt een proces dat zowel met de diaspora, de betrokken landen als experten zal moeten gelopen worden. Het waarheidsproces is even belangrijk als het verzoeningsproces. Dat proces zal minstens een jaar duren. We zeggen nu nog niet dat er excuses moeten komen of restitutie en dat alle standbeelden verwijderd zullen moeten worden. Dat zal duidelijk worden tijdens het proces. Maar dat dat aan bod komt in de bijzondere commissie is logisch.
Een eerste rapport van 10 experten (5 historici en 5 verzoeningsexperten) zal tegen 1 oktober in overleg met de diaspora een eerste aanzet tot discussie zijn in de bijzondere commissie. Bovendien zullen ze onderzoeken hoe dat verleden tot op de dag van vandaag een invloed heeft op onze samenleving.Voor velen is dat koloniale verleden tot op de dag van vandaag nog heel tastbaar, bijvoorbeeld in de vorm van discriminatie, racisme, xenofobie of onverdraagzaamheid. Vele rapporten en fora zullen nog volgen als deel van het proces. Alleen op deze manier kan België in het reine komen met deze periode. Dat onze koloniale geschiedenis nu een prominentere rol krijgt is belangrijk. Alleen door ons verleden te kennen kunnen we de problemen van vandaag begrijpen en oplossen.
Lees hieronder het artikel hierover in De Standaard: