In dit corona jaar en in deze periode waar herdenking centraal staat, is er ook vraag naar nieuwe collectieve initiatieven voor overledenen.
In het meerjarenplan van de stad staat: “We zetten verder in op de herontwikkeling van de stadsbegraafplaatsen als groene verblijfsplekken, waar rust, stilte, verbinding en rouw centraal staat, tot plekken waar je graag bent en je verbonden voelt, waar je reflectie vindt.
Zo is het ook initiatief van feniksbossen (cfr Kathy Lindekens) de moeite waard om te onderzoeken en dat kan eventueel gekoppeld worden aan het “1001”-bomen project van de groendienst van de stad (bv de aan te planten minibosjes). De symboliek is mooi: geliefde overledenen kunnen door een boom als een feniks uit hun as verrijzen en verder zorg dragen voor de wereld waar ze deel van uitmaakten. Het voorkomt de anonimiteit van een strooiweide en geeft nabestaanden een plek om te koesteren.
Biologisch afbreekbare urnen kunnen ook met een zaadje geleverd worden. Wanneer men deze urne begraaft, zal de as stilletjes aan de aarde worden teruggegeven. Vanuit het zaadje groeit dan een boom. Dit kan je bv. in je eigen tuin doen. Maar niet iedereen heeft die en zeker niet in de stad. Het pleidooi van feniksbossen bestaat erin om hiervoor als overheid specifieke plekken te voorzien.
Ik stelde hierover dan ook op de gemeenteraad de vraag aan bevoegd Schepen Verlinden om dit initiatief van feniksbossen te onderzoeken of andere initiatieven die aan deze verbondenheid met overledenen uiting geven. De schepen reageerde alvast positief.