CD&V-Kamerlid Els Van Hoof lanceert op Vrouwendag een voorstel om genderquota in te voeren voor de directiecomités van economische overheidsbedrijven. Een minimum 1/3e-aanwezigheid van vrouwen is vandaag enkel verplicht in bestuursraden van beursgenoteerde ondernemingen en overheidsbedrijven. Van Hoof wil dit doortrekken naar directiecomités bij zes economische overheidsbedrijven omdat zij een voorbeeldfunctie hebben.

“Met de verkiezing van Kamala Harris tot vice-president sneuvelt in de V.S. opnieuw een belangrijk glazen plafond. Dit is een mooi signaal, want wetenschappelijk onderzoek toont keer op keer aan dat een gezonde genderbalans beslissingsorganen beter doet presteren. Het is ondermaats dat er vandaag nog altijd overheidsbedrijven zijn met slechts één vrouw in het directiecomité. Overheidsbedrijven hebben een voorbeeldfunctie omdat minstens de helft tot het volledige kapitaal van de overheid komt of beheerd worden door aangeduide personen vanuit de overheid. De aanpak van bindende genderquota is in het verleden al succesvol gebleken bij raden van bestuur. Vrijwillige streefdoelen zijn daarentegen ontoereikend om een betere balans te bereiken. Met een aanvullend quotum kunnen we ook het glazen plafond van directiecomités doorbreken,” aldus de Leuvense politica.

In 2011 voerde de regering Di Rupo onder impuls van CD&V de genderquotawet in voor bestuursraden van Belgische beursgenoteerde bedrijven en economische overheidsbedrijven. Deze maatregel miste zijn effect niet. Tussen 2008 en 2017 verdrievoudigde het aantal vrouwen in de raden van bestuur van 8,3% naar 26,8%. In de overheidsbedrijven ging het om een toename van 31% naar 35,6%, bij beursgenoteerde bedrijven van 7,2% naar 26,3%. Alle 6 overheidsbedrijven voldoen in 2020 ruimschoots aan de quota voor de raden van bestuur.

Dergelijk quotum bestaat niet voor directiecomités. Een soortgelijke ontwikkeling naar een genderevenwicht bleef daar uit, blijkt uit de cijfers van het Instituut voor Gelijkheid van Mannen en Vrouwen (IGVM ) van 2017. Het aandeel vrouwen in 39 onderzochte directiecomités steeg tussen 2008 en 2017 van 7,4 % naar 18%. In 1/3e van de directies is geen enkele vrouw aanwezig, in nog eens 1/3e slechts 1 vrouw.

Hoewel bij overheidsbedrijven sprake is van een toename tot ongeveer 20% in 2017 van het aandeel vrouwen in directiecomités, is de vooruitgang absoluut niet te vergelijken met die in de Raden van Bestuur.

Wat is de situatie vandaag?

  • De Nationale Loterij kent zelfs in 2020 slechts 1 enkel vrouwelijk directielid op 6, terwijl het aandeel vrouwen in de raad van bestuur in 2020 reeds 46 % bedraagt.
  • NMBS kent  in 2020 1 vrouwelijk directielid op een totaal van 4 leden, terwijl in haar Raad van Bestuur 43 % vrouwen zetelen.
  • Bij BPost zijn 2 van de 8 directieleden vrouw net zoals bij Proximus (waarvan 1 vrouw ad interim) terwijl in de raad van bestuur respectievelijk 50 % (Bpost) en 38 % (Proximus) vrouwen zetelen.
  • Enkel Skeyes (2 vrouwen op 6 directieleden) en Infrabel (3 vrouwen op 7 directieleden) halen een quotum van 33% of meer.

Van Hoof pleit voor bindende maatregelen: “We moeten onze inspanningen opdrijven om het glazen plafond sneller te doorbreken. Met vrijwillige streefdoelen halen we dat helaas niet.” Ze volgt hiermee de aanbeveling van het IGVM  in hun balans van 2018 en van het Adviescomité maatschappelijke emancipatie in zijn verslag “Tewerkstelling en Gender” van 13 september 2018.