CD&V-Kamerlid Els Van Hoof heeft een resolutie ingediend om een speciaal  gezant voor vrouwen- en kinderrechten aan te duiden binnen het diplomatiek korps. Deze ambassadeur zou de principes van kinder- en vrouwenrechten internationaal moeten uitdragen in het buitenlands beleid van België. Ook zou deze gezant deze problematiek op de agenda moeten zetten van internationale ontwikkelingsinstellingen, zoals de Wereldbank, de VN-agentschappen en de Europese instellingen. Van Hoof lanceert dit voorstel op de Internationale Dag  voor het uitbannen van geweld tegen vrouwen.

Van Hoof: “Kinder- en vrouwenrechten mogen nooit een niche worden. Deze regering heeft bij aanvang de ambitie gesteld om onze voortrekkersrol in deze problematiek te blijven spelen. Daarom hebben we een speciaal gezant nodig die focust op deze thema’s en de inspanningen van onze diplomatie rond het promoten van kinder- en vrouwenrechten coördineert.” Dit zou een goed signaal zij in deze november-maand waar de internationale dag tegen geweld op vrouwen (25 november) en de internationale dag van de rechten van het kind (20 november) worden gevierd.

De focus op de bescherming van vrouwen en kinderen is meer dan ooit cruciaal, vindt Van Hoof: “Vrouwen maken 50% van de wereldbevolking uit maar krijgen nog steeds moeilijk toegang tot gezondheidszorg, onderwijs, de arbeidsmarkt en politieke vertegenwoordiging. Kinderen, 35% van de wereldbevolking, bevinden zich vaker in een situatie van armoede, uitbuiting en verwaarlozing. Beide groepen zijn bovendien in het bijzonder getroffen door de coronacrisis.”

Gender is sinds de Strategienota van 2016 al een centraal thema in het Belgische beleid rond ontwikkelingssamenwerking. Toch is er volgens Van Hoof nog nood aan een sterker verankerde, globale genderdimensie in het buitenlands beleid. “Wetenschappelijk onderzoek toont keer op keer dat een gendersensitief buitenlands beleid de wereld duurzamer, veiliger en welvarender maakt. Meer economische participatie van vrouwen zou de honger in de wereld sterk terugdringen.”

Nochtans zijn slechts 10% van onze Belgische ambassadeurs vrouw. In ontwikkelingssamenwerking wordt amper 6% besteed aan specifieke vrouwenprojecten. Door de COVID19-crisis hebben moeders nochtans 5 keer meer kans om hun job te verliezen dan vaders.

In Zweden heeft de aanduiding van een ambassadeur belast met vrouwenrechten geleid tot 40% vrouwelijke ambassadeurs en 22% investering in specifieke vrouwenprojecten.

Ook kinderrechten verdienen extra aandacht, meent Van Hoof. Jaarlijks sterven 100.000 kinderen ten gevolge van een conflict. De kans op genitale verminking en tienerzwangerschappen is ook verhoogd door de lockdown. “Sinds 2013 wordt dit thema binnen ons ontwikkelingsbeleid ondergebracht onder de categorie ‘mensenrechten’. We moeten mijns inziens opnieuw gaan voor een specifieke aanpak van deze problematiek. Aandacht voor kinderrechten is essentieel voor het doorbreken van cyclische, intergenerationele armoede. Investeringen in kinderen resulteren in een maatschappelijke opbrengst in zevenvoud, berekende de Wereldbank.” 

De speciale gezant moet ook bijzondere aandacht hebben voor meisjes, vindt Van Hoof. “Vrouwen en kinderen zijn kwetsbare groepen; meisjes bevinden zich op de intersectie. Zij lopen internationaal een verhoogd risico op uitbuiting, huiselijk en seksueel geweld met 40% meer oproepen bij de hulplijnen rond seksueel geweld tijdens de covid19-crisis.”