Vraag 1: EU-China investeringsakkoord
Geachte Minister, Op 30 december 2020 bereikte de Europese Unie een principeakkoord met China inzake een investeringsovereenkomst, de China-EU Comprehensive Agreement on Investment (CAI).
Dat Belgische bedrijven de kans krijgen om hun producten met minder beperkingen op de Chinese markt te brengen is uiteraard positief. Hoewel slechts de krijtlijnen van het akkoord bekend zijn, klinkt toch al kritiek op de verwezenlijkingen van het akkoord.
Een van de voornaamste problemen is het feit dat in het akkoord niet gewaarborgd is dat China de IAO-conventies omtrent arbeidsomstandigheden, inclusief gedwongen arbeid, zal ratificeren. Zo kan niet voorkomen worden dat Chinese bedrijven die
gebruik maken van gedwongen arbeid de Europese markt betreden.
Het gaat om een “EU-only”-akkoord, waarbij enkel ratificatie door het Europees Parlement
noodzakelijk is.
Ik wil hieromtrent volgende vragen stellen:
Hoe staat u tegenover dit principe-akkoord?
Wanneer zal de inhoud van de overeenkomst openbaar gemaakt worden?
Zal het akkoord bijdragen aan de Europese doelstelling om meer strategische autonomie ten aanzien van China te verwezenlijken? Vermindert het akkoord de asymmetrie in economische relaties en investeringen tussen China en de EU?
Welke zal de impact zijn inzake strategische autonomie in de verschillende economische sectoren?
Wat zijn de clausules, en met welke status (bindend of niet), voor de bescherming van de mensenrechten, met name tegen het gebruik van dwangarbeid?
Is er inderdaad geen sprake van dwingende garanties voor de Chinese ratificatie van IAO-verdragen 29 en 10 en het verbod op dwangarbeid?
Zal ons land in dat geval haar bezwaren uiten en welke hefbomen heeft ons land om zich te verzetten tegen specifieke elementen in het principeakkoord?
Er viel te lezen dat ook een deel van de technologische sector opengemaakt zou worden voor Chinese investeringen. Kan u toelichten wat dit zal betekenen voor de Europese en Belgische energiesector? Zijn er voldoende screeningsmechanismen opgenomen om Chinese investeringen in ons land na te gaan, specifiek in essentiële sectoren?
Antwoord Minister Wilmès:
Mijnheer de voorzitter, collega’s, mijn antwoord is vrij lang, maar ik veronderstel dat u daar blij mee zult zijn.
Na zeven jaar overleg en 35 onderhandelingsrondes zijn de betrekkingen tussen China en de EU over een investeringsakkoord eind vorig jaar in een stroomversnelling terechtgekomen. De toegevingen die Beijing heeft gedaan op het vlak van marktoegang, level playing field en duurzame ontwikkeling hebben ertoe geleid dat de Commissie eind 2020 de tijd rijp achtte om de onderhandelingen op technisch niveau af te ronden.
Het bestaan van deze principiële overeenkomst vóór het afronden van de onderhandelingen werd op politiek niveau bevestigd tijdens een videoconferentie op 30 december 2020, waaraan de voorzitster van de Commissie, de voorzitter van de Europese Raad, het roulerende voorzitterschap van de Raad en de Chinese president Xi Jinping hebben deelgenomen.
Depuis le début des négociations et certainement dans les mois qui ont précédé la conclusion de l’accord, la Belgique a toujours insisté auprès de la Commission sur l’importance de son contenu plutôt que de son calendrier.
S’agissant du contenu, il faut d’abord reconnaître que cet accord permet une réelle avancée en termes d’accès au marché pour les investissements européens et contient des engagements sérieux de la Chine en termes d’équité, de conditions de concurrence pour nos investisseurs et de développement durable.
En matière d’investissements, il s’agit tout simplement de l’accord le plus ambitieux que la Chine ait jamais convenu avec un pays tiers. Concrètement, cet accord améliorera l’accès des investisseurs européens au marché chinois – qui compte 1,4 milliard de personnes – dans tous les secteurs économiques, en formalisant le niveau d’ouverture actuel qui était jusqu’ici non contraignant. L’accord va toutefois plus loin et prévoit des nouvelles possibilités d’accès au marché dans des secteurs cruciaux tels que l’automobile – en particulier pour les nouveaux véhicules électriques –, les services internet sur le cloud, les services financiers, les biotech ou encore dans le domaine de la santé.
Wat de eerlijke concurrentie betreft, voorziet het akkoord in regels tegen gedwongen technologieoverdracht en zal dit ook het eerste akkoord zijn dat de verplichtingen voor overheidsbedrijven op het vlak van non- discriminatie bevat, alsook regels voor een volledige transparantie op het vlak van subsidies. Het gaat om een echte vooruitgang voor onze investeerders in China, die al te vaak worden geconfronteerd met oneerlijke voorwaarden.
Tot slot is het belangrijk te onderstrepen dat het akkoord ook onze fundamentele waarden en duurzaamheidsdoelstellingen zal kunnen bevorderen. Voor het eerst heeft China in dit type van akkoord strenge bepalingen inzake duurzame ontwikkeling aanvaard, met onder meer een verbintenis om het Akkoord van Parijs uit te voeren, een engagement inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Deze regels zijn bovendien onderworpen aan een geschillenregelingsmechanisme, zoals in de vrijhandelsakkoorden van de EU.
Cet accord est-il suffisant, voire opportun? Répond-il à toutes les demandes de l’Union européenne et de la Belgique ou offre-t-il toutes les garanties attendues? La réponse à ces questions se doit évidemment d’être nuancée, plus nuancée en tout cas qu’un simple oui ou un simple non. Comme dans chaque négociation, une satisfaction complète sur l’entièreté des demandes formulées ne peut être attendue. On ne peut pas non plus s’attendre de manière réaliste à ce que seul un accord permette de régler toutes nos questions avec la Chine, avec qui nous partageons une relation économique et géopolitique complexe. Il doit donc être vu pour ce qu’il est: l’un des outils de l’Union européenne
dans sa relation stratégique avec ce pays et un pas vers plus d’autonomie stratégique. La Commission prévoit donc d’autres initiatives contre les distorsions de notre marché intérieur par des subventions étrangères, ainsi que des consultations avec la nouvelle administration Biden.
L’accord devra être évalué pour ses propres mérites, mais aussi au regard du contexte géopolitique changeant de notre relation avec la Chine. Sans être en mesure à ce stade de vous donner une appréciation définitive, je peux déjà vous indiquer que nous gardons de réelles interrogations sur un certain nombre de points. C’est le cas pour l’aspect de la protection des investissements qui – je le regrette – est totalement absent de l’accord, la Commission n’ayant pu obtenir de la Chine qu’un engagement de continuer de travailler sur cette question.
Dat is ook het geval voor de toegevingen die de EU heeft gedaan met betrekking tot de openstelling van de Europese markt van hernieuwbare energie. Deze openstelling is weliswaar afgebakend en beperkt, maar heeft gevolgen voor een uiterst gevoelige sector en roept vragen op over de praktische toepassing. België heeft dus nog steeds grote bedenkingen op dit punt. Dat is tot slot en bovenal het geval als het gaat om de sociale clausule, en meer in het bijzonder in verband met de arbeid. Dat is een thema waarover België tijdens de Europese besprekingen het standpunt heeft ingenomen dat de Commissie zeer solide garanties moet eisen van de Chinezen.
In dat verband stellen wij vast dat de akkoordtekst een verbintenis van China bevat om voortdurende en aanhoudende inpanningen te leveren om de ratificatie van de fundamentele verdragen van de IAO onder meer op het gebied van dwangarbeid voort te zetten. Hoewel we deze belangrijke verbintenis toejuichen, kunnen we enkel betreuren dat er geen garanties aan vasthangen die ervoor zorgen dat ze in de praktijk wordt gerespecteerd. We moeten niet naïef zijn. Iedereen hier kent het probleem van de Oeigoeren en van de dwangarbeid. Het verband tussen de investering en de arbeid is onmiskenbaar. Dit akkoord heeft hier dus ook een rol te spelen. Dit is daarom een gemiste kans om een sterker engagement van China te bekomen. Deze elementen werden formeel, mondeling en schriftelijk, meegedeeld in het kader van het Comité handelspolitiek van de Raad van de EU in het COREPER van 8 januari.
En termes de timing, vous l’aurez compris, les négociations sont donc terminées et ne devraient a priori pas être réouvertes. Pour autant, le travail sur cet accord va se poursuivre pour affiner le texte au niveau technique et juridique. Il sera également traduit et rendu public afin de pouvoir être analysé en profondeur et évalué au niveau politique, que ce soit dans cette enceinte, avec les entités fédérées ou au Parlement européen.
L’accord devrait in fine être présenté pour accord par la Commission au Conseil et au Parlement européen au début de l’année 2022, sous la présidence française du Conseil. La Belgique aura alors l’occasion d’exprimer officiellement sa position sur cet accord, qui devra réunir une majorité qualifiée au sein du Conseil et l’approbation du Parlement européen pour entrer en vigueur. D’ici là, mon intention est de prendre des contacts avec mes homologues européens, avec la Commission européenne ainsi qu’avec les différentes parties prenantes en Belgique, pour évaluer au mieux cet accord.
Ik ben ook van plan om de Commissie te blijven aanmoedigen zich onverzettelijk op te stellen op het gebied van dwangarbeid en alle instrumenten te gebruiken die zij ter beschikking heeft om elke vorm van dwangarbeid uit te roeien. Ik herhaal het, dwangarbeid heeft geen plaats in een handelsrelatie met een van onze partners, ongeacht wie dat is.
In aanloop naar de goedkeuring door de Raad en de ratificatie door het Europees Parlement, moet het huidige principeakkoord het komende jaar als hefboom worden gebruikt om de beëindiging van dwangarbeid aan te moedigen, onder meer door de ratificatie van de verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie rond dwangarbeid.
Samenwerking met een aantal EU-lidstaten en het Europees Parlement wordt beoogd. Ik stel alvast met tevredenheid vast dat er een grote steun bestaat in de Raad voor een monitoring van de situatie rond dwangarbeid. Ik roep de Europese Commissie ook op om de ratificatie en de tenuitvoerlegging van de IAO-verdragen door China regelmatig te evalueren en om verslag uit te brengen over de ontwikkelingen op het terrein in de relevante comités van de Raad, zoals het comité Handelspolitiek en het comité Mensenrechten. Ook ons diplomatiek netwerk in China volgt de situatie verder prioritair op.
Wij zullen ook de onderhandelingen over het investeringsbeschermingsmechanisme verder blijven opvolgen. Het engagement is om te proberen om dit binnen twee jaar met China af te ronden. In tussentijd blijven de nationale investeringsbeschermingsakkoorden van de EU- lidstaten in werking.
Ten slotte, in verband met de screening van investeringen kan ik bevestigen dat er momenteel een wettekst wordt afgewerkt door het kabinet van de minister van Economie. Het is de bedoeling te voldoen aan de eisen die voortvloeien uit de Europese verordening tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie.
Repliek Els Van Hoof:
Mevrouw de minister, ik dank u voor het uitgebreide antwoord. Ik ben zeer tevreden met het antwoord. U hebt de puntjes op de i gezet.
Het is duidelijk dat men in snelheid is genomen tijdens het Duitse voorzitterschap op het einde van het jaar. Ik denk dat men nog niet begrepen heeft dat ook binnen het Europees Parlement het aspect van de dwangarbeid en de Oeigoeren heel gevoelig ligt.
Er moet inderdaad nog heel wat uitgeklaard worden tegen 2021 op technisch-juridisch en politiek vlak om erop toe te zien dat het naleven van de IAO-verdragen en de ratificaties een prioriteit voor de lidstaten van de EU zijn. Ik hoop dat we de Chinezen duidelijk kunnen maken dat we daar niet mee lachen en dat dit voor ons een ernstige zaak is.
Vraag 2: Hongkong
Els Van Hoof (CD&V): Geachte minister, in Hongkong werden begin januari zeker vijftig oppositieleden en activisten opgepakt omdat ze de omstreden nationale veiligheidswet zouden overtreden hebben.
Alle gearresteerde opposanten hadden deelgenomen aan onofficiële voorverkiezingen in juli vorig jaar, een online peiling waarbij de oppositie hun kandidaten voor komende parlementsverkiezingen wilden bepalen. De parlementsverkiezingen zelf, die in november moesten doorgaan, zijn uitgesteld, officieel wegens corona.
De Hongkongse autoriteiten noemden de voorverkiezingen “illegaal” en nu worden de deelnemers beschuldigd van subversie, rebellie en een poging tot staatsgreep op basis van de Veiligheidswet.
De Veiligheidswet, aangenomen op 30 juni 2020 door het Chinese Volkscongres, maakt “afscheiding, buitenlandse invloed, terrorisme en alle opstandige activiteiten (…) gericht op het omverwerpen van de centrale regering” strafbaar. Dit betekent een de facto afschaffing van de bescherming van de rechtsstaat en burgerlijke vrijheden voor Hongkong. Daarmee wordt het “één land twee systemen”-principe, dat bepaalt dat Hongkong haar autonomie behoudt tot 2047, ondergraven.
Hoe reageert de Minister op de arrestaties, die op basis van de Veiligheidswet het “één land, twee systemen”-principe ondergraven?
Zal ons land ons standpunt inzake deze kwestie en het respect voor internationaal recht en mensenrechten en onze steun voor het “één land, twee systemen”-principe overbrengen aan de ambassadeur van de Volksrepubliek China?
Welke concrete maatregelen zal België, zowel bilateraal, als binnen de EU en de VN, nemen indien deze veiligheidswet leidt tot schendingen van internationaal recht en mensenrechten? Zal ons land aandringen op concrete en gerichte sancties tegen functionarissen betrokken bij het beperken van vrijheden en grondrechten in Hongkong?
Antwoord Minister Sophie Wilmès: Mevrouw Van Hoof,
Ik deel volledig uw ongerustheid omtrent de arrestatie van 53 personen uit de politieke wereld onder de nationale veiligheidswet die in juni 2020 aangenomen werd. België steunt de verklaring van hoge vertegenwoordiger Josep Borrell, die in de naam van de 2 lidstaten heeft opgeroepen tot de onmiddellijke vrijlating van de gearresteerde personen en tot het respecteren van de rechtsstaat, de mensenrechten, de democratische principes alsook de hoge raad van autonomie die Hongkong dient te genieten onder het principe one country, two systems. Dat is conform de basic law van Hongkong en de nationale en internationale verplichtingen van China. Veruit de meeste gearresteerden zijn kort daarna onder voorwaarden ook weer vrijgelaten.
België hecht een groot belang aan deze kwestie en aan de coherentie van zijn actie. Naast de steun die ons land geeft aan alle verklaringen van de hoge vertegenwoordiger Borrell, heeft België eveneens verschillende demarches onderschreven aangaande Hongkong in het kader van de VN-mensenrechtenraad en het derde comité van de algemene vergadering van de Verenigde Naties. Ons land zal zijn positie blijven uitdragen op de gepaste multilaterale fora en binnen de Europese Unie.
Ik herinner u er voorts aan dat de Raad van de Europese Unie in juli 2020 conclusies heeft aangenomen over de situatie in Hongkong. België heeft die op concrete wijze in de praktijk gebracht, bijvoorbeeld door het faciliteren van de afgifte van visa en het bijstaan van gearresteerde activisten in hun proces in het kader van de nationale veiligheidswet. Ons consulaat-generaal te Hongkong blijft geregelde contacten onderhouden met de mensen uit het middenveld en blijft onze ongerustheden doorspelen aan de bevoegde autoriteit. België heeft op de COREPER van 8 januari eveneens gevraagd om Hongkong op de agenda van de raad Buitenlandse Zaken van 2 januari aanstaande te plaatsen.
Repliek Els Van Hoof (CD&V): Mevrouw de minister, ik ben tevreden met uw antwoord, met name één land, twee systemen. U hebt het ongeoorloofd oppakken van de oppositie aangekaart op Europees en multilateraal vlak en zult dat binnenkort ook doen op de Raad van de Europese Unie.
Het is van belang dat men het sanctiesysteem kan inschakelen wanneer een aantal mensen wordt opgepakt. Ik denk dat dit een van de elementen is die diplomatiek voorhanden zijn, ook vanuit de Europese Unie en waarover een akkoord bestaat ten aanzien van functionarissen betrokken bij het beperken van vrijheden en grondrechten in Hongkong.