Het economisch potentieel van een Mercosur-handelsovereenkomst mag niet ten koste gaan van ons klimaat, onze landbouw en onze waarden. Op dat vlak biedt het huidige akkoord onvoldoende garanties. De deal dreigt een vrijbrief te worden voor uitbuiting, roofbouw en dumping. Een evenwichtig en duurzaam handelsakkoord heeft harde, afdwingbare voorwaarden nodig.
Na ruim 20 jaar onderhandelen sloot de EU in juni 2019 een princiepsakkoord rond vrijhandel met de Mercosur-landen (Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay). De overeenkomst voorziet in fors
verlaagde importtarieven op industriële goederen en landbouwproducten. Ook andere belemmeringen in het handelsverkeer zouden weggewerkt worden.
Vlaanderen is een open economie en onze industrie heeft alle baat bij een vlot handelsverkeer. Zeker voor producenten van auto’s, machines, chemicaliën en farmaceutica biedt een liberalisering grote opportuniteiten. Bovendien kan een associatieverdrag als hefboom dienen voor duurzame ontwikkeling wat betreft arbeidsomstandigheden, klimaat, milieubescherming en dierenwelzijn.
Helaas schiet het voorliggende akkoord zwaar tekort op beide vlakken: zowel qua economische meerwaarde als qua duurzaamheid ligt de lat veel te laag. Bovendien houdt dergelijk tandeloos handelsverdrag zorgwekkende risico’s in.
Het Mercosur-akkoord draagt de bijnaam ‘cars for cows’: de uitwisseling van vee en wagens, en beide zijn notoire boosdoeners in de klimaatopwarming. De verwachte groei
in de auto-export valt moeilijk te rijmen met het voornemen van de EU om de uitstoot van broeikassen terug te dringen. Daarnaast voorspellen analisten een spectaculaire expansie van de rundvleesproductie in de Mercosur-landen. De groei in export zou leiden tot een toename van maar liefst een derde in CO2-uitstoot in de productie van rundvlees, gevogelte, suiker, zuivel en rijst. Verder zou deze groei resulteren in een expansie van de nu al alarmerende roofbouw op het Amazonewoud. De ontbossing zou met ruim 25 procent per jaar versnellen. Jaarlijks zou zo een gebied met de oppervlakte van Nederland gerooid worden.
Het verdrag tast naast de longen van onze planeet ook de sociale rechten in de Mercosur-landen aan. Zo is Brazilië, met een economie die 80 procent van het bbp van Mercosur omvat, berucht voor de niet-naleving van internationale arbeidsrechten. Schrijnende kinder- en dwangarbeid op grote boerderijen of latifundia blijven daar hardnekkige problemen. Even zorgwekkend is gewelddadige repressie tegen stakingen
en het bedreigen van vakbondsleden. De vooruitgang die de afgelopen jaren op het gebied van arbeidsrechten is geboekt, heeft president Bolsonaro eigenhandig tenietgedaan.
Bovendien zouden ook onze Vlaamse landbouwers onder zware druk komen te staan. De Europese markt dreigt met het huidige akkoord overspoeld te worden met goedkope en moeilijk traceerbare landbouwproducten, die nauwelijks gebonden zijn aan kwaliteitsnormen. Het akkoord voorziet immers in de jaarlijkse toegang tot de Europese markt van 99.000 ton rundvlees uit Mercosur tegen een verlaagd tarief (7,5 procent douanerechten in plaats van de huidige 40 procent). Bestrijdingsmiddelen, kunstmatige groeiversnellers, antibiotica en ggo’s, die in de Mercosur-landen breed gebruikt worden maar in Europa verboden zijn, belemmeren een eerlijke concurrentie en veroorzaken een gezondheidsprobleem. Doortastende controlesystemen zijn er niet. Terwijl Europa inzet op kleinschalige, milieuvriendelijke landbouwproductie,
zullen vooral kleine veehouders, bietenboeren en familiebedrijven door deze dumping kopje-onder gaan.
Vrijhandel heeft een level playing field nodig om duurzame welvaart te creëren voor alle partners. De huidige deal is echter een vrijbrief voor uitbuiting, roofbouw en dumping. De bescherming van het klimaat, de arbeiders in Mercosur, onze kwetsbare landbouwsector en onze gezondheid is allerminst verzekerd. Harde voorwaarden op het vlak milieubescherming, ontbossing, kwaliteitsnormen en sociale rechten zijn imperatief. Verder mag het aanvullende document met afspraken geen papieren tijger worden. Heldere engagementen, regelmatige opvolging en versterkt toezicht moeten dit verdrag tanden geven.
Ons land hoort zich dus aan te sluiten bij het aanzwellende koor van EU-lidstaten die aansturen op een grondige make-over van het handelsverdrag. Enkel zo kan de EU zich tonen als niet louter een gemeenschap van economieën, maar ook als een gemeenschap van waarden.
ELS VAN HOOF ■