Op voorstel van CD&V-Kamerlid Els Van Hoof werd in de commissie Buitenlandse Zaken unaniem gestemd dat de regering de mogelijkheid moet onderzoeken om een speciaal gezant voor gendergelijkheid, vrouwen- en meisjesrechten aan te stellen binnen het diplomatiek korps. Deze ambassadeur zou de principes van vrouwenrechten internationaal uitdragen en aanjagen in het buitenlands beleid en een dam opwerpen tegen de tendens tot autoritaire macho-politiek wereldwijd.
Van Hoof: “We mogen niet naïef zijn en denken dat vrouwenrechten verworven zijn. Dat zagen we afgelopen zaterdag nog maar eens toen Turkije zich terugtrok uit het Istanbul-verdrag, een baanbrekend en juridisch bindend verdrag dat lidstaten verplicht om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te voorkomen en te bestrijden. Ondertussen neemt geweld tegen vrouwen toe: elk uur sterven vijf vrouwen door huiselijk geweld.”
“Ons buitenlands beleid op vlak van vrouwenrechten heeft dringend nog meer smoel nodig, zeker nu vrouwenrechten internationaal zwaar onder druk staan. Daarvoor is slagkracht nodig en daarom stel ik met een parlementaire resolutie dat we een speciaal gezant nodig hebben die focust op dit thema. Deze gezant moet op internationale fora op tafel kloppen om de zaak van vrouwen op de agenda zetten. Ook coördineert hij of zij de inspanningen van onze diplomatie rond het promoten van vrouwenrechten.”
De bescherming van vrouwen is meer dan ooit cruciaal, vindt Van Hoof: “We zijn er nog lang niet. Vrouwen maken 50% van de wereldbevolking uit maar krijgen nog steeds moeilijk toegang tot gezondheidszorg, onderwijs (1 op 4 meisjes tegen 1 op 10 *-volgt geen middelbaar onderwijs), de arbeidsmarkt en politieke vertegenwoordiging. De afgelopen jaren bollen we opnieuw achteruit qua vrouwenrechten en gendergelijkheid. Autoritaire macho-leiders in Hongarije, Polen, Turkije en Brazilië willen ‘westerse gender-ideologieën’ in de vuilbak werpen. Zij stellen de strijd voor vrouwenrechten voor als een strijd tegen familiewaarden.”
Reeds 12 EU-landen, met alle Scandinavische landen op kop, hebben een speciaal gezant. België ontbreekt aan hun regelmatige vergadertafel.
Gender is sinds de Strategienota van 2016 al een centraal thema in het Belgische beleid rond ontwikkelingssamenwerking. Toch is er volgens Van Hoof nog nood aan een sterker verankerde, operationele genderdimensie in het buitenlands beleid. “Wetenschappelijk onderzoek toont keer op keer dat een buitenlands beleid met meer aandacht voor vrouwenrechten de wereld duurzamer, veiliger en welvarender maakt. Meer economische participatie van vrouwen zou de honger in de wereld met 17% terugdringen.”
Nochtans zijn slechts 10% van onze Belgische ambassadeurs vrouw. In ontwikkelingssamenwerking wordt amper 6% besteed aan specifieke vrouwenprojecten. In Zweden heeft de aanduiding van een ambassadeur belast met vrouwenrechten geleid tot 40% vrouwelijke ambassadeurs en 22% investering in specifieke vrouwenprojecten. Van Hoof: “Ons bilan op vlak van vrouwenrechten kan beter. Laat ons het voorbeeld van andere EU-landen volgen.”