De Kamer van Volksvertegenwoordigers keurde donderdag 27 mei in de plenaire vergadering unaniem een resolutie goed die oproept tot de onmiddellijke vrijlating van Armeense krijgsgevangenen in Azerbeidzjan. CD&V-Kamerlid en initiatiefneemster Els Van Hoof is blij met dit krachtig signaal van het parlement. Van Hoof: “De internationale gemeenschap heeft de plicht om druk te zetten op Azerbeidzjan om Armeense krijgsgevangenen vrij te laten. We spreken ons terecht zeer fors uit tegen de kaping in Wit-Rusland, maar mogen dan niet aan de zijlijn staan toekijken hoe Armeense gevangenen mishandeld worden in Azerbeidzjan. Over mensenrechten mogen we niet onderhandelen.

September 2020 ontdooide het bevroren conflict in Nagorno-Karabach (het betwiste gebied tussen Armenië en Azerbeidzjan) opnieuw, met duizenden doden tot gevolg. In een wapenstilstand die beide landen ondertekenden op 9 november 2020, werd bepaald dat alle krijgsgevangenen en stoffelijke resten werden uitgewisseld. Toch zouden vandaag nog zo’n 200 Armeense gevangenen in Azerbeidzjan worden vastgehouden. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens tikte Azerbeidzjan reeds op de vingers, omdat het er niet in slaagt informatie te verschaffen over Armeniërs die zich in hun gevangenschap zouden bevinden.

CD&V-Kamerlid en voorzitster van de Commissie Buitenlandse Betrekkingen Els Van Hoof diende daarom een resolutie in om hun onmiddellijke vrijlating te vragen, die vandaag in de plenaire vergadering unaniem werd goedgekeurd. De resolutie vraagt dat ons land maatregelen neemt om hun veilige terugkeer te ondersteunen en dit thema aanklaagt in rechtstreekse contacten met Azerbeidzjan. Van Hoof: “Azerbeidzjan lapt al de internationale rechtsregels, alsook de door haar ondertekende wapenstilstand gewoonweg aan haar laars. We moeten nu fors op tafel durven kloppen en ons consequent aan de kant van mensenrechten plaatsen.”

De resolutie veroordeelt verder de talrijke meldingen van mishandeling van de krijgsgevangenen door Azerbeidzjan, en vraagt dat de regering samenwerkt met internationale instellingen en het Internationaal Comité van het Rode Kruis, zodat het Rode Kruis de gedetineerden kan bezoeken. Volgens een rapport van Human Rights Watch worden de krijgsgevangenen slachtoffer van mishandeling en foltering. Ze worden vernederd, geslagen, vastgebonden, en krijgen elektroshocks en brandplekken toegediend. Van Hoof: “Dit is schokkend en mensonterend. Azerbeidzjan begaat hiermee zware overtredingen op het gebied van internationaal humanitair recht, zoals het VN-Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.”

Ondertussen opende Azerbeidzjan op 12 april 2021 in Bakoe een speciale tentoonstelling over de oorlog van september-november 2020, waar etalagepoppen van Armeense militairen en geketende krijgsgevangenen worden uitgestald in het zogenaamde “Trofeëenpark”. Van Hoof: “Dit is een ongeziene provocatie en gaat in tegen de menselijke waardigheid. Men wil nationale trots aanwakkeren op de kap van de slachtoffers. Dit mag niet zomaar passeren.”