De commissie Buitenlandse Betrekkingen heeft vandaag een resolutie goedgekeurd waarin de schending van de mensenrechten van de Oeigoeren door China veroordeeld wordt. Er wordt ook expliciet verwezen naar het risico op genocide dat vandaag bestaat, waardoor alle verdragspartijen van genocideverdrag uit 1948 verplicht zijn om preventieve maatregelen te nemen.

CD&V-Kamerlid en voorzitster van de commissie Buitenlandse Betrekkingen Els Van Hoof is opgetogen. Van Hoof: “Wij zijn met deze resolutie een voorloper in Europa, enkel het Nederlandse Parlement ging al over tot erkenning van de misdaden tegen de Oeigoeren als genocide. Het parlement maakt met deze resolutie ondubbelzinnig een vuist tegen de onmenselijke bejegening en gruwelijke uitbuiting van de Oeigoerse minderheid door de Chinese overheid. De tekst veroordeelt niet alleen en erkent het risico op genocide, maar gaat ook over tot een reeks sterke maatregelen tegenover China. Vanuit CD&V hebben we er steeds op gehamerd dat we niet alleen onze diplomatieke hefbomen gebruiken om China onder druk te zetten, maar ook onze bedrijven inschakelen tegen het dwangarbeidssysteem.”

De Oeigoeren worden slachtoffer van een door de regering gestuurd dwangarbeidssysteem. Xinjiang verzorgt alleen al 20% van de mondiale katoenproductie, wat inhoudt dat er een grote kans is dat deze kleding gelinkt kan worden aan dwang- en gevangenisarbeid door Oeigoeren.

Door CD&V-amendementen vraagt de tekst aan de regering om op EU-niveau te ijveren voor strenge importrestricties om goederen die afkomstig zijn van dwangarbeid te verbieden op de Europese interne markt. In afwachting van Europese maatregelen, kan dit ook op nationaal niveau gebeuren. Ook dringt de resolutie aan om het EU-China Investeringsakkoord verder te bevriezen, en zou de regering Belgische bedrijven moeten verzoeken om hun zakelijke betrekkingen onder de loep te nemen en niet langer zaken te doen met partners die zich direct of indirect schuldig maken aan mensenrechtenschendingen.

Van Hoof: “Dit is geen vingerwijziging naar bedrijven toe, maar een dringende oproep om samen aan één zeel te trekken. Enkel door een samenspel tussen economische en diplomatieke druk kunnen we China echt raken waar het pijn doet, en aangeven dat deze gruwelijke onderdrukking onmiddellijk moet stoppen.