Voor CD&V-Kamerlid Els Van Hoof en -voorzitter Joachim Coens kan draagmoederschap enkel onbaatzuchtig en volgens strikte regels. Enkel zo kan de overheid de risico’s voor kinderen én draagmoeders minimaliseren.
De Amerikaanse organisatie ‘Men Having Babies’ organiseerde op 6 en 7 november in Brussel een beurs over ouderschap voor homo mannen waarbij ook commercieel draagmoederschap werd gepromoot. Dit evenement bracht wensouders in contact met draagmoeders die tegen betaling een kind voor hen dragen.
Koppels kunnen heel wat drempels ondervinden om een kind te krijgen. Toch kan commercieel draagmoederschap nooit het antwoord zijn. Dat een vrouw tegen betaling een kind draagt voor een ander doet afbreuk aan de fysieke integriteit en de menselijke waardigheid. Zwanger zijn en een kind ter wereld brengen is een diep emotioneel gebeuren. Het lichaam van de vrouw is geen gebruiksvoorwerp en het kind is geen koopwaar. Daarom moet het commercieel draagmoederschap ten strengste verboden worden. Dergelijke praktijken neigen naar misbruik en mensenhandel en moeten strafbaar worden.
Het draagmoederschap waarbij men een kind draagt voor een ander uit altruïsme is een andere zaak. Wanneer iemand uit vrije wil en vanuit een diepe overtuiging, zonder dat dit gericht is op winst, een koppel wil helpen om een kind te krijgen, dan zal dit op heel wat minder ethische bezwaren stoten. Velen beschouwen het zelfs als een heel nobele daad. Tegelijk kan men zich de vraag stellen of het verantwoord is dat mensen ten allen prijzen een kind moeten kunnen krijgen. Het recht om kinderen te verwekken is volgens sommigen niet onbeperkt.
Los van deze ethische overwegingen is altruïstisch draagmoederschap een feit is in België. Reeds vier erkende fertiliteitscentra bieden het draagmoederschap aan. Momenteel ontbreekt het aan een wettelijk kader, wat tot heel wat rechtsonzekerheid leidt. Hiervan is het kind vaak het slachtoffer. Binnen de regeringspartijen bestaat er eensgezindheid om werk te maken van een stricte regelgeving over draagmoederschap. De vraag is hoe zo een wettelijk kader er moet uitzien.
Voor CD&V is het alvast cruciaal dat het belang van het kind primeert. Elk kind heeft recht op identiteit. Kinderen kunnen ernstig lijden onder de onwetendheid omtrent de eigen oorsprong. Het persoonlijke levensverhaal kunnen vervolledigen is essentieel in de identiteitsconstructie en de ontwikkeling tot een volwassen persoon. Daarom moet de toegang tot afstammingsgegevens gewaarborgd zijn, zodat een kind deze kan achterhalen indien het dit wenst. We willen dus dat donaties van genetisch materiaal niet anoniem gebeuren en dat de geboorteakte de naam van de draagmoeder vermeldt.
Ook moeten we de belangen van de draagmoeders zelf beschermen. De verplichte tussenkomst van de fertiliteitscentra is daarbij essentieel. De centra kunnen overeenkomsten opstellen met wensouders en draagmoeder die vervolgens bekrachtigd worden door de rechter.
Om de overdracht zo vlot mogelijk te laten verlopen en zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de rechten van alle partijen stellen wij voor dat de draagmoeder bij de geboorte de juridische moeder van het kind is. Vervolgens vangt er een overdrachtsperiode van maximaal 15 dagen aan. Bij inschrijving in het geboorteregister wordt de ouderlijke verantwoordelijkheid over het kind overgedragen aan de wensouders, tenzij de draagmoeder verzet aantekent. Fertiliteitscentra spelen een grote rol op het vlak van screening en medische en psychologische begeleiding van alle partijen zowel voor, tijdens als na de hele procedure. Zij bevorderen het vlotte verloop van de procedure en garanderen dat de draagmoeder zich voldoende bewust is van de gevolgen van haar altruïstische keuze.
Deze procedure kan voor ons enkel indien de wensouders op geen enkele andere manier een kind kunnen krijgen. Alle andere mogelijkheden moeten uitgeput zijn. Daarnaast vinden we het belangrijk dat de band tussen het kind en de wensouders zo sterk mogelijk is. Minstens één van de wensouders moet dus genetisch materiaal aanleveren. Het aanleveren van de eicel door de draagmoeder zou betekenen dat zij ook de genetische moeder van het kind is. Dit kan de situatie nog complexer maken. We willen dit dan ook zoveel mogelijk vermijden. Wel hebben we begrip voor het feit dat mannelijke homokoppels beroep doen op een zus die draagmoeder is en ook de eicel aanlevert.
Met deze procedure en voorwaarden willen we zowel het kind als de draagmoeder juridisch beschermen in het geval van altruïstisch draagmoederschap. Wettelijke omkadering biedt de mogelijkheid tot meer controle en begeleiding en meer rechtszekerheid voor alle partijen. Het biedt ook mogelijke vangnetten voor wanneer het, ondanks de vele goede bedoelingen, toch fout loopt. Zo vermijden we dat kinderen het slachtoffer worden. Van zodra een kind op de wereld komt, moeten we als samenleving klaarstaan om het zo goed mogelijk op te vangen.