CD&V-Kamerlid Els Van Hoof pleit voor de snelle uitwerking van een nationaal registratiesysteem voor spermadonaties. Ze brengt ook haar wetsvoorstel uit 2015 hierover opnieuw in de aandacht. Vandaag is de problematiek opnieuw actueel door de berichtgeving van De Standaard over een donor die 500 keer sperma afstond in twee verschillende fertiliteitsklinieken.
Van Hoof: “Dergelijke onregelmatigheden kunnen voorvallen omdat de wet van 2007 niet in de praktijk wordt gezet. Zo bestaat nog steeds geen nationaal registratiesysteem. Vooral donorkinderen worden daardoor getroffen. Na veertien jaar is dat informatiesysteem er nog steeds niet. Nochtans zijn fertiliteitscentra al jaren vragende partij. Zo kan een donor in verschillende klinieken sperma afstaan. Zo worden vaak meer dan de wettelijk toegelaten zes wensoudergezinnen betrokken,” zegt Van Hoof. Ze zal de minister van Volksgezondheid bevragen in de commissie over de vorderingen wat het registratie- en uitwisselingssysteem betreft.
CD&V wil ook anonieme donaties niet meer toestaan zoals werd bevestigd op het CD&V-congres van afgelopen weekend.
De wet uit 2007 op de medisch begeleide voortplanting neemt de anonimiteit van de donor als uitgangspunt. Wanneer gameten (ei- of zaadcellen) worden gebruikt, moeten fertiliteitscentra alle gegevens die tot de identiteit van de donor kunnen leiden, onbruikbaar maken. De niet-anonieme donatie waarbij sprake is van toestemming van donor en ontvanger, is wel toegestaan.
In 2015 diende Van Hoof al een wetsvoorstel in om alle kinderen verwekt met donormateriaal de mogelijkheid te geven om hun recht op identiteit uit te oefenen en de identiteit van hun donor te kennen. Dit is in lijn met internationaalrechtelijk beschermde grondrechten zoals het recht van het kind om zijn ouders te kennen, vervat in artikel 7 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind.
“België wordt stilaan één van de laatste landen in West-Europa die vasthouden aan de anonimiteit van donorgegevens. Kinderen van donorouders zijn daarvan de dupe. Het kennen van de donorouder is essentieel voor iemands identiteit. Anonimiteit moet enkel uitzonderlijk mogelijk zijn voor donoren ,” zegt Van Hoof.