CD&V-Kamerlid Els Van hoof wil het voor veroordeelde pedoseksuelen moeilijker te maken activiteiten uit te oefenen waarbij ze vaak in contact komen met minderjarigen. Ze diende daartoe een wetsvoorstel in.Zedenfeiten, verkrachting of aanranding van de eerbaarheid ten aanzien van kinderen worden vandaag immers niet vermeld op het bewijs van goed gedrag en zeden voor activiteiten met minderjarigen, wanneer de dader eerherstel gekregen heeft. Het voorstel-Van Hoof maakt het eerherstel altijd zichtbaar voor de werkgever van jobs waar men met kinderen te maken krijgt. Zo kunnen instanties zelf beslissen of ze de betrokkene een kans geven om die activiteiten te verrichten. Ook wil ze de voorwaarden voor eerherstel verstrengen door een verplichte behandeling op te leggen.
Van Hoof: “Het is niet onze bedoeling om veroordeelde pedoseksuelen eeuwig te brandmerken. Wel willen we de nodige voorzichtigheid inbouwen wat contacten betreft met pedoseksuelen met seksuele feiten ten aanzien van minderjarigen . Het lijkt me niet meer dan normaal dat werkgevers in het onderwijs, kinderopvang of andere jobs en activiteiten waar men met kinderen te maken krijgt, op de hoogte zijn van zo’n feiten. Dat moet los staan van de duur van de periode sinds de veroordeling. Nu is dat geheel niet het geval, wanneer een pedoseksueel eerherstel heeft gekregen.”
Van Hoof pleit dus niet voor het onmogelijk maken van eerherstel van pedoseksuelen. Wel wil ze eerherstel zichtbaar maken wanneer het gaat om activiteiten met minderjarigen. Van Hoof: “Voor activiteiten zonder minderjarigen blijven de feiten en het eerherstel volledig onzichtbaar op het uittreksel van het strafregister. Zo wordt hun integratie in de maatschappij niet volledig gehypothekeerd.”
Van Hoof verwijst naar de hoge recidivecijfers, ook op langere termijn. Van Hoof: “Helaas zien we dat pedoseksuelen ook lang na de feiten waarvoor ze veroordeeld zijn, nog kunnen hervallen. Binnen vijf jaar na detentie hervalt 13% van de seksuele delinquenten ten aanzien van kinderen, binnen 10 jaar 18% en binnen 15 jaar 23%. Volgens een studie die seksuele delinquenten levenslang volgt, bedraagt het seksuele recidivepercentage op lange termijn 52 % bij niet tot de familie behorende aanranders van kinderen.”
Verplichte behandeling
Om deze recidivecijfers te doen dalen wil Van Hoof ook de drempel voor eerherstel bij feiten gepleegd ten aanzien van minderjarigen verhogen. Dat wil ze door een extra voorwaarde op te leggen dat de betrokkene effectief een behandeling heeft gevolgd in een erkend centrum voor de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik. Nu is bij een aanvraag tot eerherstel enkel een advies nodig. Dit advies kan ook door individuele therapeuten of niet-erkende voorzieningen verstrekt worden.
Van Hoof: “Dadertherapie sluit recidive niet uit, maar vermindert wel de kans hierop. Van de behandelde kindermisbruikers hervalt één op de tien binnen de vijf jaar, bij niet-behandelde daders is dat bijna het dubbele.”
Om nog meer in te kunnen zetten op dadertherapie, zijn volgens Van Hoof meer middelen nodig. Van Hoof: “Als we zien welke winsten te boeken zijn met dadertherapie, is het schandalig dat patiënten vaak een halfjaar tot een jaar moeten wachten op een behandeling. Dit is echt een prioriteit.”