De Commissie Maatschappelijke Emancipatie in de Kamer hoorde sinds februari tientallen armoedeorganisaties, onderzoekers en sociale instellingen. De organisaties en hun cijfers bevestigen: ons beleid is niet afgestemd op singles en singles met kinderen. Nochtans zijn 45% van de Belgen alleenstaand (35%) of alleenstaande ouder (10%). De Commissie roept in een resolutie de regering op een leefvorm-neutraal beleid te voeren.
Alleenwonend of eenoudergezin zijn betekent in de eerste plaats: slechts één inkomen. Het betekent ook: de moeilijkste combinatie tussen werk en gezin. Het risico op armoede is dertig procent hoger bij alleenstaanden en veertig procent bij alleenstaande ouders.
De gevolgen van dit armoede(risico) zijn gekend. Statbel lijst de zaken op waarmee éénoudergezinnen worstelen ten opzichte van koppels of gezinnen: onverwachte uitgaven, een week vakantie buitenshuis nemen per jaar, beschadigde of versleten meubels vervangen, deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten, wekelijks een bedrag uitgeven voor persoonlijke behoeften, éénmaal per maand afspreken met vrienden of familie om iets te eten of te drinken. 28,6% van Belgische kinderen uit éénoudergezinnen is materieel gedepriveerd, concludeert het statistiekbureau.
De woonkosten voor een alleenstaande ouder liggen ongeveer even hoog als voor een tweeoudergezin maar ze worden betaald met één inkomen. De groep alleenstaanden, eenoudergezinnen en vrouwen zijn dan ook de grootste groep aanvragers voor een sociale woning.
Nefast was uiteraard de coronacrisis. Vandaag volgt een energie- en koopkrachtcrisis. Grootste slachtoffer volgens het CREG: alleenstaanden en eenoudergezinnen (samen 60,7%). In april 2022 gaf 70% van de alleenstaande ouders aan de Gezinsbond aan het moeilijk te hebben om de eindjes aan elkaar te knopen.
Een en ander is rechtstreeks het gevolg van ons beleid, dat op verschillende vlakken gericht is op het klassieke gezin. Wie aan cohousing doet, bijvoorbeeld, met het opzicht vaste kosten te delen, ruilt het statuut van alleen- naar ‘samenwonende uitkeringsgerechtigde’ en kan zich niet langer beroepen op dezelfde uitkeringen of sociale bijstand. Dat geldt voor zowel de werkloosheidsuitkeringen, arbeidsongeschiktheid en invaliditeit als het leefloon. Dat onze samenleving op koppels of gezinnen is gericht, is zichtbaar. Neem bijvoorbeeld de verpakkingen in supermarkten op maat van gezinnen met kinderen of koppels.
Ook ons sociaalzekerheidssysteem is gebouwd op een tweeverdienersmodel, waardoor je als eenoudergezin een hoog risico op armoede loopt dat ons sociaal vangnet niet opvangt, net zoals ons fiscaal systeem uitgaat van een klassiek gezin, met voordelen voor gehuwden of wettelijk samenwonenden. Volgens het OESO wordt met 51% op een gemiddeld brutoloon niemand ter wereld zwaarder belast dan de Belgische alleenstaande.
De conclusie is dat alleenstaand zijn vandaag financieel bestraft wordt, wat als gevolg heeft dat alleenstaanden met of zonder kinderen oververtegenwoordigd zijn in de groep die het meeste beroep doet op een werkloosheidsuitkering, ziekte-uitkering of leefloon en/of voedselhulp. Zo zien we bijvoorbeeld dat 36,49% van de leefloonbegunstigde vrouwen alleenstaand zijn en dat bijna de helft van de ontvangers van voedselhulp alleenstaande ouders zijn, met een overgrote meerderheid van alleenstaande vrouwen (78%). Dat kinderen een armoederisicoverhogende factor zijn, staat vast. Alleen wordt de zorg voor de kinderen vaker opgenomen door de vrouw. Dit brengt vanzelf extra drempels bij op de arbeidsmarkt, waar een loonkloof gaapt.
We zijn geen welvaartstaat voor iedereen, als we de helft van ons achterlaten. De Commissie Maatschappelijke Emancipatie in de Kamer komt daarom met een resolutie die een redelijke plaats eist voor de singles onder ons in komende hervormingen in gezondheidszorg, op de arbeidsmarkt, in de fiscaliteit of de pensioenen. Daartoe moet de wetgever volgens de Commissie reflexen inbouwen die ons beleid aanpassen aan de samenleving van vandaag.
Ten eerste een ‘singlereflex’ die de ‘onzichtbaarheid’ van alleenstaanden en eenoudergezinnen in het beleid moet verhelpen. De singlerelex moet ook zichtbaar worden in de communicatie van de overheid naar de burger toe.
Ten tweede een op de situatie van alleenstaanden en eenoudergezinnen aangepaste arbeidsmarkt, door het wegwerken van de inactiviteits- en promotieval. Het kan niet langer dat men netto gestraft wordt indien men meer gaat werken of verdienen. Nog te vaak worden ook sociale of fiscale tegemoetkomingen, zoals de Vlaamse jobbonus of fiscale werkbonus, verloren. Alleenstaande ouders zijn oververtegenwoordigd in deze groep van lage inkomens die door de inactiviteits- of promotieval het vaakst getroffen worden. Dit is meer dan voor wie ook het geval voor een in het Vlaamse Gewest werkende en wonende alleenstaande met twee jonge kinderen. Aangepaste uitkeringen voor alleenstaande ouders die niet verloren gaan indien de alleenstaande of single ouder deeltijds gaat werken zouden van een op maat gemaakt beleid getuigen.
Ten derde is het gezien de evoluerende samenlevingsvormen en zorgvormen in onze samenleving dringend tijd voor een aangepast statuut voor de samenwonenden. Alleenstaanden of alleenstaande ouders die kiezen voor een vorm van cohousing of samenwonen om vaste kosten te delen, maar ook bijvoorbeeld voor kinderopvang, mogen hiervoor niet fiscaal of sociaal gestraft worden.
Tot slot vraagt de resolutie om aandacht te hebben voor het genderaspect van de problematiek, gezien de significante oververtegenwoordiging van vrouwen in de armoedeproblematiek bij alleenstaanden en eenoudergezinnen.
Er worden reeds initiatieven genomen binnen de schoot van de regering die door de Commissie Maatschappelijke Emancipatie woorden toegejuicht. De werkgroep van de FOD Sociale Zekerheid die het statuut van de samenwonende onder de loep neemt, de geplande verhoging van de sociale uitkeringen – hoewel die in tijden van hyperinflatie teniet gedaan wordt en slechts gedeeltelijk door indexering wordt opgevangen.
Ook het MIRIAM-project uit 2015, opgestart door de POD Maatschappelijke Integratie, is een voorbeeld van hoe het wel moet. Intussen is dit project, dat inzet op begeleiding en empowerment van alleenstaande moeders, reeds aan haar derde editie toe. De resolutie vraagt echter om na te denken hoe dit lovenswaardig initiatief meer structureel verankerd kan worden.
Er is dus nog veel vooruitgang te boeken. Enkele quick wins op verschillende beleidsniveaus worden vanuit de Commissie naar voren geschoven. Een aangepaste arbeidstijdregeling: glijdende uren, schoolbelcontracten (waarbij enkel binnen schooluren gewerkt wordt), co-ouderschapscontracten waarbij langere dagen kunnen geklopt worden in de week dat de kinderen bij de partner verblijven, een flexibel verlofsysteem…
De resolutie wordt door een brede meerderheid gesteund en goedgekeurd. Het is aan die meerderheid om de regering eraan te houden iedereen, ook alleenstaanden en eenoudergezinnen, te betrekken in de toekomstige hervormingen waarover de regering graag communiceert. We zijn geen welvaartstaat voor iedereen, als we de helft van ons achterlaten.