De Commissie Buitenlandse Zaken van de Kamer heeft op 18 januari een resolutie van Kamerlid Els Van Hoof goedgekeurd die oproept de open Belgische en Europese strategische autonomie te versterken. In het federaal regeerakkoord was al afgesproken om de strategische autonomie van België te versterken, en met deze resolutie, die door alle meerderheidspartijen gesteund werd, wil Van Hoof dit nog meer onder de aandacht brengen.
Het begrip strategische autonomie verwijst naar de ambitie om in bepaalde cruciale sectoren de afhankelijkheid van andere landen en grootmachten af te bouwen. Initiatiefneemster Els Van Hoof: “Een studie van de Interparliamentary Alliance on China (IPAC) toonde aan dat de hoge afhankelijkheid van Chinese import ons land kwetsbaar maakt. Wat nog verontrustender is, is dat die grote afhankelijkheid ook geldt voor producten die noodzakelijk zijn voor onze nationale veiligheid, denk aan het medisch materiaal tijdens de COVID-pandemie, of grondstoffen die cruciaal zijn om onze industrie te laten draaien. We weten dat China er niet voor terugschrikt landen economisch te chanteren, zoals ze met Litouwen deden toen dat land de banden met Taiwan wilden aanhalen. Het is dan ook cruciaal dat we de grote afhankelijkheid van landen als China terugdringen.”
De resolutie roept de Belgische regering dan ook op om werk te maken van een aangepast strategisch en economisch beleid ten aanzien van China. Van Hoof: “Het is niet de bedoeling om de handel met China stop te zetten. Het motto is eerder: ‘samenwerken waar het kan, meer autonomie waar het moet.’ Dat is in lijn met de aanpak die ook de Europese Commissie vooropstelt.”
Van Hoof wil wel benadrukken dat de resolutie niet alleen gericht is op China: “De grote onafhankelijkheid van ons land speelt ook ten aanzien van andere landen. Denk maar aan onze energie-afhankelijkheid van Rusland waarmee we geconfronteerd worden in de nasleep van de Russische inval in Oekraïne. Met de resolutie vragen we dan ook dat een onafhankelijke audit wordt uitgevoerd om de Belgische afhankelijkheid van buitenlandse importgoederen precies in kaart te brengen. We willen dat de regering op basis daarvan dan een duidelijke strategie opstelt om die afhankelijkheid te verminderen. Dat kan bijvoorbeeld concreet door op Europees niveau een netwerk van grondstoffenagentschappen te voorzien dat door samenwerking een meer veerkrachtige aanleverketen voor cruciale grondstoffen voorziet.” De resolutie roept verder op om het akkoord dat de ministerraad bereikte over een screeningsmechanisme voor buitenlandse investeringen, snel uit te voeren. Via die screening kan vermeden worden dat buitenlandse actoren via investeringen een te grote invloed verwerven in strategisch belangrijke sectoren van onze economie.
Tot slot besteedt de resolutie ook aandacht aan cyberveiligheid, met een vraag aan de regering om hier meer aandacht aan te besteden. De bescherming van de meest kritische infrastructuur moet hierbij prioriteit krijgen. Ook die focus op cyberveiligheid is volgens Van Hoof geen overbodige luxe: “Moderne conflicten worden niet alleen met wapens, maar ook met informatica gevoerd. Ook Rusland voert bijvoorbeeld geregeld cyberaanvallen uit op Oekraïense overheidsinstellingen, en tijdens mijn bezoek aan Taiwan kreeg ik te horen dat bijna dagelijks Chinese cyberaanvallen moeten worden afgeslagen. Maar het is ook belangrijk om verder te gaan dan de militaire dimensie van cyberveiligheid: ook persoonlijke data van burgers of bedrijfsinformatie is kwetsbaar voor dergelijke aanvallen. Ook daar moet dus meer aandacht voor zijn.”