Kamerlid en Leuvens gemeenteraadslid Els Van Hoof heeft Georges Gilkinet, federaal Minister van Mobiliteit opnieuw bevraagt over een mogelijk treinstation in Haasrode. Van Hoof is hier al langer vragende partij voor. In antwoord op een vorige parlementaire vraag van Van Hoof (in oktober 2021) gaf de Minister aan dat er toch geen treinstation in Haasrode zou worden geopend. Nochtans had de minister in januari 2021 aangegeven dat hij hoopte op een opening in 2024. Reden om toch geen station te openen, was volgens de minister een nieuwe haalbaarheidsstudie die zou aantonen dat het potentieel aantal reizigers lager zou liggen dan verwacht. De minister gaf echter ook aan de details hiervan verder toe te zullen lichten aan de stad en andere betrokkenen.

Tijdens de Commissie Mobiliteit in de Kamer, bevroeg Van Hoof deze namiddag (07/02) dan ook de Minister over de verdere stappen die in dit dossier gezet zijn: “Al sinds 2014 volg ik het dossier op, en ik moet vaststellen dat er sindsdien door de verschillende ministers voortdurend geschermd wordt met verschillende studies. Ik wilde dan ook concreet van de Minister vernemen of hij ondertussen daadwerkelijk in overleg is getreden over de resultaten van de studie met de verschillende stakeholders in dit dossiers. Een station in Haasrode heeft immers daadwerkelijk een enorm potentieel. Niet alleen wordt zo het station van Leuven effectief ontlast, ook bieden we zo een oplossing aan mobiliteitsproblemen (bv. files) die ontstaan doordat zo’n 10.000 werknemers en 3500 studenten vandaag noodgedwongen met de wagen naar Haasrode moeten komen.”

Als antwoord op de vraag van Van Hoof, gaf de Minister aan dat de studie ondertussen uitvoerig werd toegelicht aan verschillende stakeholders zoals de Stad Leuven of de Vervoersregio Leuven. De minister gaf wel aan dat er geen verdere beslissingen zijn genomen in het dossier en geen verdere stappen zijn gezet. Wel gaf Minister Gilkinet aan dat het nieuwe beheerscontract van de NMBS wel degelijk voorziet in een budget voor nieuwe stations, maar dat hiervoor eerst een analyse moet worden gemaakt op basis van 8 criteria, met name:

  1. Het aantal potentiële reizigers binnen een straal van twee kilometer van de geplande halte;
  2. Eventuele plannen voor de verdichting of ontwikkeling van diensten rond de geplande halte die potentieel nieuwe reizigers zouden kunnen aantrekken;
  3. De winst (of het verlies) aan reizigers per dag en per trein;
  4. De marginale exploitatie- en investeringskosten die ontstaan (of bespaard worden);
  5. Potentiële winsten (of verliezen) in commerciële inkomsten;
  6. Het verlies (of de winst) op het vlak van commerciële snelheid en algemene prestaties van de betrokken verbinding(en), en van de capaciteit van de betrokken lijn, vooral wat betreft aansluitingen;
  7. Het bestaande alternatieve vervoersaanbod (aanvullend of concurrerend);
  8. De afstand tot het dichtstbijzijnde station, de reistijd om er te komen, en de bereikbaarheid per spoor van het bediende gebied.

 Van Hoof hoopt dat de Minister ook het voorstel voor een station in Haasrode zal blijven aftoetsen aan die criteria, rekening houdend met nieuwe ontwikkelingen: “Het zou een gemiste kans zijn om de plannen voor het treinstation in Haasrode definitief te begraven. Een treinstation in Haasrode is essentieel als we werk willen maken van een toekomstgerichte mobiliteit, die zowel rekening houdt met bereikbaarheid als duurzaamheid. Ik betreur dat de Minister momenteel het potentieel nog niet ziet, maar ik ben ervan overtuigd dat het researchpark in Haasrode nog een enorm potentieel biedt voor de uitbreiding van sport- en evenementeninfrastructuur. Een treinstation is dus echt wel opportuun. Hopelijk wordt het station van Haasrode dit jaar dan ook opgenomen in het budget voor nieuwe stations zoals wordt voorzien in het beheerscontract met de NMBS.”