In vier jaar werd amper één dader van vrouwelijke genitale verminking in ons land strafrechtelijk vervolgd. Hardnekkige tradities en gebrek aan bewijsmateriaal spelen Justitie parten. ‘Geen enkel meisje dient klacht in tegen haar eigen ouders.’

Sinds 2001 is vrouwelijke genitale verminking officieel verboden in België, maar dat neemt niet weg dat de praktijk nog altijd welig tiert. Een studie van de FOD Volksgezondheid toonde vorig jaar dat het aantal gevallen verviervoudigd is in vijftien jaar. In totaal wordt het aantal slachtoffers in België geschat op 23.000. Nog eens 12.000 meisjes lopen het risico om besneden te worden.

Bij genitale verminking worden de uitwendige geslachtsorganen van meisjes of vrouwen deels of gedeeltelijk verwijderd, of wordt de opening van de vagina dichtgenaaid. Sommigen zijn nog geen twee jaar oud. Doorgaans wordt de procedure uitgevoerd tijdens een vakantie met de familie in het land van herkomst. Al zouden er volgens de vzw GAMS België, die genitale verminking bestrijdt, ook operaties in België worden uitgevoerd.

Gebrek aan capaciteit

De groeiende problematiek staat in schril contrast met de lage vervolgingscijfers. Van begin 2018 tot eind 2021 stroomden er amper negen gevallen van genitale verminking door naar de correctionele parketten. Bovendien vond in slechts één geval ook daadwerkelijk een strafrechtelijke vervolging plaats. Dat blijkt uit cijfers die Kamerlid Els Van Hoof (cd&v) opvroeg bij federaal minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld).

In de acht andere gevallen werd er niet vervolgd door een gebrek aan recherchecapaciteit of vanwege technische redenen. Denk aan gebrek aan bewijsmateriaal, de onbevoegdheid van vervolginstanties of verval van strafvordering.

Van Hoof vindt de cijfers teleurstellend. “Daders effectief vervolgen zou een groot verschil maken. Zo weten ze duidelijk dat het om een strafbare praktijk gaat en zal er ook sneller klacht worden ingediend.”

Feit is dat er nog veel barrières zijn, klinkt het bij GAMS België. “Geen enkel meisje dient klacht in tegen haar eigen ouders. Dat kunnen we ook moeilijk verwachten van een kind”, zegt Katrien De Koster. “Eigenlijk zouden anderen zich dus burgerlijke partij moeten stellen.”

Die mogelijkheden zijn er. Sinds 2019 mag medisch personeel ondanks het beroepsgeheim gevallen van vrouwelijke genitale verminking melden aan het Openbaar Ministerie. Bovendien werden ziekenhuizen verplicht om genitale verminking te registreren in het ziekenhuisdossier.

Toch heerst er volgens GAMS België nog altijd een grote terughoudendheid in de medische wereld. “Genitale verminking is een heel aparte vorm van geweld: hij is eenmalig, ook al laten de gevolgen zich levenslang voelen. Vaak zijn er geen andere signalen van intrafamiliaal geweld. Ouders menen dat de besnijdenis in het belang van hun kind is. Huisartsen en andere hulpverleners zien dan ook vaak een goede ouder-kindrelatie en willen niet het risico lopen dat het kindje thuis wordt weggehaald, ook al is dat nooit de bedoeling van een gerechtelijke procedure”, zegt De Koster.

Ook op het kabinet-Van Quickenborne valt te horen dat de juridische vervolging van daders een complex proces is. Slachtoffers en familieleden zijn doorgaans niet geneigd om uit de biecht te klappen, klinkt het. Daarnaast verloopt de bewijsvoering vaak moeilijk.

De gerechtelijke weg is echter niet de enige optie. Vorige week lanceerde GAMS België nog een grote preventiecampagne om genitale verminking tijdens de komende zomervakantie, traditioneel een risicoperiode, te voorkomen. Ook leerkrachten en artsen worden aangesproken.

De Koster: “Door in dialoog te gaan met de huidige generatie kunnen we toekomstige generaties beschermen.”

Bron: De Morgen, 31 mei 2023.