Vele Europese politici en media zakten de voorbije dagen af naar Kiev om de inval van Rusland in Oekraïne nu twee jaar geleden te ‘herdenken’, met Commissievoorzitter Von der Leyen en onze Premier – en tijdelijk EU Raad-Voorzitter – De Croo op kop. Samen met de 26 collega-voorzitters en vicevoorzitters van parlementaire commissies Buitenlandse Zaken uit de hele EU was ik er ook en had ik er openhartige gesprekken met Oekraïense leiders, weg van de camera’s. De Oekraïners nemen die vele Europese steunbetuigingen in dank aan. Maar tegelijk groeit het besef langs beide zijden dat naarmate de oorlog verder duurt, de Europese steunmechanismen voor Oekraïne herdacht moeten worden. Met sympathie alleen stop je namelijk geen tanks.
De afgelopen twee jaar heeft de EU zich van haar meest solidaire kant laten zien: een steunpakket van in totaal meer dan 88 miljard euro, 12 – binnenkort 13 – uitgebreide sanctiepakketten en een tijdelijk beschermingsstatuut waar eind vorig jaar nog meer dan 4,3 miljoen Oekraïners van genoten in de EU. En dat alles werd aangenomen zonder al te veel problemen, op een paar demarches van eeuwige stokebrand Orban na. Ook ons land deed daarbij zijn duit in het zakje met een totale steun van meer dan 500 miljoen euro en een geplande steun van nog eens 1.7 miljard in 2024-2025 via belastingen op Russische tegoeden. Toegegeven, het is ongezien.
Maar de realiteit is dat de huidige solidariteitsmechanismen ook op hun limieten botsen. De militaire steun aan Oekraïne blijft vandaag voor een groot deel beperkt tot vrijwillige en individuele donaties van EU-lidstaten, waarbij de ene al verder wil of kan gaan dan de andere. Zeker nu de voorraden stilaan uitgeput geraken en de oorlogsmoeheid zijn intrede doet, hangt Oekraïne voortdurend een dreigend munitietekort boven het hoofd. Daar tegenover staat de Russische oorlogseconomie, die het afgelopen jaar meer dan 6% van het Russische bbp in de oorlog heeft gepompt. Ter vergelijking: de Westerse militaire steun aan Oekraïne bedroeg in 2023 slechts 0.1% van het totale Westerse bbp. Het lijkt een ongelijke strijd. Nochtans telt de EU méér inwoners dan Rusland en is de economische slagkracht vele malen groter dan de Russische.
Willen we dat de Oekraïners het hoofd kunnen blijven bieden aan de Russische agressie en strijden voor onze democratie en vrijheden, moeten we werk maken van een duidelijke Europese langetermijnvisie. Een heus Oekraïneplan waarin doelstellingen worden vastgelegd voor gecoördineerde militaire, economische, politieke en humanitaire steun door de EU-lidstaten. Met dergelijke engagementen op lange termijn vermijden we dat de Oekraïners steeds opnieuw zijn overgeleverd aan de goodwill van de verschillende Europese hoofdsteden. Of willen we wachten tot Poetin-aanhangers zoals Marine Le Pen en de andere extreem-rechtse partijen in Europa de handdoek in de ring gooien en Oekraïne, en straks misschien nog andere delen van Oost-Europa, in de uitverkoop zetten?
Een Europees Oekraïneplan moet samengaan met een versterking van de Europese pijler binnen de NAVO zodat de verdragsalliantie minder afhangt van de politieke ontwikkelingen in de Verenigde Staten, die een terugkeer naar isolationisme dreigen in te luiden.
Een dergelijk plan, zeker als het voldoende ambitieus wil zijn, zal zeker inspanningen vragen van de verschillende lidstaten. Niets doen is geen optie want de ambities van president Poetin stoppen niet met het inlijven van Oekraïne maar gaan verder, de destabilisering van Europa inbegrepen. Afwijkende meningen bekopen het bij hem met hun leven zoals de moord op Navalny en andere opposanten aantoont. De opschaling van onze industriële militaire capaciteit in Europa vergt belangrijke middelen. De confiscatie van Russische tegoeden in Europa, en tenminste de opbrengsten van deze tegoeden, zijn een belangrijke gamechanger hiertoe. Dit vergt een globale afstemming binnen de G7 en EU, en is niet zonder risico. Maar nood breekt wet.
Tot slot blijft het natuurlijk hoog tijd dat het bloedvergieten stopt, het liefst via een duurzame en stabiele onderhandelde vrede. Maar op dit moment is dat helaas weinig realistisch met een man in het Kremlin die zegt de ‘denazificatie’ van het volledige Oekraïense grondgebied na te streven. Wie daarna aan de beurt is, weet alleen hijzelf. Ik stel voor dat we het niet zo ver laten komen.