Bij de helft van de controles die tussen 1 juli 2022 en 30 juni 2023 werden uitgevoerd bij CBD-shops, werd een overtreding vastgesteld. Dat blijkt uit cijfers die cd&v-Kamerlid Els Van Hoof opvroeg bij minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke. Van Hoof volgt het dossier al jaren op en wijst op de mogelijke gevaren.
De Inspectiedienst Consumptieproducten van de FOD Volksgezondheid voerde tussen juli 2022 en juni 2023 in totaal 44 controles uit in CBD-winkels over het hele land op de naleving van de wetgeving rond tabaksreclame, etikettering en notificatie van tabaksproducten, de cosmeticawetgeving, enz. Bij 22 van die controles – de helft – blijkt dat een overtreding werd vastgesteld. In totaal maakte de Inspectiedienst 12 keer een proces-verbaal op. Meestal leidt dat tot een administratieve boete. In 17 gevallen werd een waarschuwing gegeven.
Het soort overtredingen dat werd vastgesteld, is divers aldus Van Hoof: “Dat gaat bijvoorbeeld over verboden reclametechnieken, een niet-correcte etikettering, een niet-conforme ingrediëntenlijst of samenstelling, de verkoop van voor roken bestemde producten aan minderjarigen enz. We zien ook dat winkels vaak de schemerzone opzoeken door bijvoorbeeld CBD-olie of kruidenmengsels als medicijn of rookwaar te verkopen om zo het verbod op de verkoop van voedingsproducten te omzeilen.” Om de veiligheid van de consument te garanderen, hoopt Van Hoof daarom dat de FOD Volksgezondheid blijft inzetten op controles. “Uit eerdere cijfers die ik opvroeg, bleek dat het aantal overtredingen in 2020 op 70% lag en in 2021 op 57%. Het aantal overtredingen lijkt dus te dalen, maar een overtredingspercentage van 50% is nog altijd onaanvaardbaar hoog. Het kan niet de bedoeling zijn dat het vaststellen van overtredingen eerder regel is dan uitzondering.”
In ons land is het onder bepaalde voorwaarden toegelaten om producten te verkopen op basis van de cannabisplant. Het kan dan gaan om verschillende categorieën van producten zoals bijvoorbeeld cosmetica, rookwaar of farmaceutische producten. Deze producten worden geproduceerd op basis van CBD, het bestanddeel van cannabis dat niet psychoactief is. Het percentage THC (het bestanddeel van cannabis dat wel een invloed heeft op het menselijk bewustzijn en verslavend kan zijn) in deze producten mag in beginsel niet meer bedragen dan 0.2%. Bovendien gelden per categorie producten een aantal bijkomende voorwaarden, bijvoorbeeld op vlak van etikettering, samenstelling, voorafgaande goedkeuring enz. Voedingsmiddelen op basis van de cannabisplant zijn in principe verboden, met uitzondering van bepaalde voedingsproducten op basis van hennepzaad.
Van Hoof geeft toe dat de regelgeving complex is, maar vindt niet dat dit het hoog aantal overtredingen kan nuanceren: “Van handelszaken moeten we verwachten dat ze de wetgeving volgen, zeker wanneer het gaat in de verkoop van CBD-producten. Vaak worden die CBD-producten aangeprezen als ‘veilig’ en ‘100% legaal’. Dat dan bij de helft van de controles inbreuken worden vastgesteld, doet dan toch de wenkbrauwen fronsen.”
Duidelijkere regels
Van Hoof is overigens ook voorstander van een duidelijker legaal kader rond medicinale cannabis. Dat kan de levenskwaliteit voor patiënten met bijvoorbeeld ALS bevorderen. In 2019 was ze coauteur van een wet die voorziet in de oprichting van een federaal cannabisbureau. Daardoor zou de productie en handel in medicinale cannabis volledig legaal worden, zij het met een monopolie van de overheid. De Minister van Volksgezondheid nam echter nooit initiatief tot de oprichting van een dergelijk bureau. Minister Vandenbroucke gaf eind 2023 wel aan dat een KB dat hierin voorziet, wordt voorbereid. Van Hoof hoop alleszins dat dit nog deze legislatuur kan worden afgerond.
PERSCONTACTEN
Dries Derudder
Woordvoerder Kamerfractie
0478 43 65 57
dries.derudder@kamer.cdenv.be